Week 2: les 3 P3 samenstellingen

T H 2 M
16 jan






1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T H 2 M
16 jan






Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
  • ...
  • wist je dat ze in frankrijk en zuid afrika de tweede kerstdag niet vieren
  • jij maakte veel doelpunten voor ajax zei de journalist 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
  • ...
  • Wist je dat ze in Frankrijk en Zuid-Afrika de tweede kerstdag niet vieren?
  • "Jij maakte veel doelpunten voor Ajax", zei de journalist.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen

Slide 4 - Tekstslide

Spelling

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen deze week

  • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen
  • je kent het verschil tussen hoofd- en bijzinnen
  • je weet hoe je samenstellingen schrijft

  • je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
  • Talent 2.9 Spelling: Opdracht 1, 3, 7 en 8 (pag. 145 en verder).
  • Talent: 1.7, Grammatica zinsdelen, opdracht 4, 11 en 12 (pag. 55 en verder)
  • moeite met ww.spelling? Bekijk de slides van de les Stappenplan werkwoordspelling (via LessonUp)

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de hoofd- en bijzinnen?


  • Omdat de vakantie zo leuk was, heb ik weinig zin om op school te zitten.
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de hoofd- en bijzinnen?


  • Omdat de vakantie zo leuk was (BZ), heb ik weinig zin om op school te zitten (HZ).
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan (HZ), want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit (HZ). 

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf nu op:
1. een enkelvoudige zin (dat is dus een hoofdzin)
2. een samengestelde zin, die begint met een bijzin (tip: begin met een voegwoord zoals 'hoewel' of 'omdat')

Slide 10 - Tekstslide

Voltooide tijd: met een pv (hebben, zijn of worden)

  • zwakke ww: kijk naar de stam. Harde klank uit 'T EX KOFSCHIP: T erachter. Zachte klank: D erachter
  • kloppen / klop / (wordt) gekloPT
  • schillen / schil / (heb) geschiLD 
  • chillen / chil / (heb) gechiLD 
  • sterke ww: klankverandering
  • zingen => zong, gezongen / heffen => hief, geheven 

Slide 11 - Tekstslide

Voltooide deelwoord (VD) als bijv. nw gebruikt (VDbv)
  • De bank is (PV) bekleed (VD).
  • De beklede (VDbv) bank staat (PV) mooi.
  • Regel: dit bijv.nw schrijf je zo kort mogelijk
  • Vergelijk: 
  • De verklede clown treedt nu op.
  • Hij verkleedde zich (verkleed= stam; zwak ww; D niet in t ex kofschip, dus DE erachter want pv, ev, vt)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord
  • hele werkwoord plus D erachter
  • lachend, spelend, gamend
  • geeft aan dat iets op dat moment bezig is te gebeuren

Slide 14 - Tekstslide

7: (worden is PV): aangeboden (VD, sterk)
8: (wordt is PV): gelest (VD, zwak, in t exkofschip, dus T)
9: vervreemde (VDbv, zo kort mogelijk)
10. (hebben is PV): gesuisd (VD, zwak, z niet in t exkofschip, dus D)
11. (hebben is PV): gekund (VD, onregelmatig, leren)

Slide 15 - Tekstslide

Spelling van samenstellingen
  • Wat is een samenstelling? 
  • Twee (of meer) woorden die samen een 'nieuw' woord vormen: fiets + hok = fietsenhok
  • Samenstelling schrijf je aan elkaar. 
(hst 3.9: spelling)

Slide 16 - Tekstslide

Startopdracht: 
Schrijf de woorden correct op:
concentratie + problemen
fiets + rek
gerst + bier
gedachte + sprong

Slide 17 - Tekstslide

Regels tussenletters samenstelling
  • bij sommige samenstellingen een -s: machtsvertoon dus ook: machtsstrijd
  • Regel: 
  • je hoort een -s, dus je schrijft 'm
  • bij veel andere samenstellingen een -n of -en: vriendendienst en berenkuil
  • Regel: 
  • -en als eerste deel een zelfst. nw is met meervoud op -en 

Slide 18 - Tekstslide

Géén -en, maar een -e als eerste deel....
  1. géén mv heeft: roggebrood (want 'rogge')
  2. Er maar één van (zichtbaar) is (zon): zonnestraal
  3. Als eerste deel (ook) een mv op -es heeft: asperges, ziekten/-es: aspergesoep, ziektekiem
  4. Als het eerste deel géén zelfst. nw is: blindedarm
  5. Als het eerste deel een versterking is van bijv.nw: boordevol.

Slide 19 - Tekstslide

DUS: de tussenletter -n schrijf je als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is en alléén een meervoud heeft op -EN.
3 uitzonderingen:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Eerste deel versterkt het tweede deel (apetrots / beresterk)

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift:
Dicteewoorden

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift:

  1. kortetermijnplanning

  2. groenteboer
  3. tarwebrood
  4. fietszadel
  5. reuzeleuk

Slide 22 - Tekstslide

Samenstellingen met tussen-n en tussen-s (1)
  • Tussen-s als je 'm hoort:  'dorpsplein'  dus ook 'dorpsstraat'
  • Tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zn is met mv op -en: fiets => fietsen =>fietsenrek; boekenkast
  • Geen tussen-n: 
  • als het eerste woord geen mv heeft: tarwegras, gerstebier
  • als het eerste woord een mv heeft op -s: babykamer
  • mv op -en én s: gedachte => gedachtes of gedachten => dus: gedachtesprong ziekte=> ziekten of ziektes => dus: ziektekiem

Slide 23 - Tekstslide

Samenstellingen met tussen-n en tussen-s (2)

  • Geen tussen-n: 
  • als het hele woord een bijv. nw is en het eerste deel een versterkende functie heeft: beregezellig, boordevol
  • als het eerste deel géén zelfst.nw is: spinnewiel (ww: spinnen), blindedarm (bn: blind), hogeschool (bn: hoog), huilebalk
  • als het iets unieks betreft: zonnestraal (we zien maar één zon), maneschijn

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje: dicteewoorden

Slide 25 - Tekstslide

Waarom leer je dit? 
  • ... 
  • omdat veel leerlingen (vooral uit TTO) samenstellingen vaak los schrijven in plaats van aan elkaar (invloed van het Engels)
  • omdat je door spelfouten in je teksten minder serieus genomen wordt.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken / Plenda!

  • Nakijken huiswerkopdrachten (zie antwoorden bij Teams / Lesmateriaal P3
  • Talent: 3.9 spelling: opdracht 1, 3, 4, 5, 7 en 8 over samenstellingen en werkwoordspelling

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je geleerd? 
HZ-BZ
werkwoordspelling
leestekens tussen twee pv's
....

Slide 28 - Tekstslide