Het GEBEURT nu vaak dat jij te laat arriveert. pv tt
Ik VERZEND dit postpakket vandaag. pv tt
Heeft hij jou naar de rector GESTUURD? volt dw
"WORD nou eens volwassen!" snauwde oma. geb.wijs
De VERKLEDE clown danst voor het publiek. bijv.volt.dw
Als je goed KIJKT, WORD je hier voor de gek gehouden. 2pvtt
MELDT je broer nu dat hij gisteren BEROOFD is? pv-volt.dw
Slide 24 - Tekstslide
Meer dan 2 fout?
Volg de extra uitleg hierna
Minder dan 2 fout: aan de slag met:
- Lezen in je leesboek (minimaal 15 min.)
- Opdrachten werkwoordspelling 2 t/m 6 maken: pag. 67-70 en opdracht 11a en 11b, pag. 72
Slide 25 - Tekstslide
De belangrijkste vraag: pv of niet?
is het werkwoord een persoonsvorm? JA
voor de tegenwoordige tijd
ik-vorm voor 'ik' en 'je/ jij' achter het werkwoord
lopen - zingen - chatten
ik loop / loop jij?
ik-vorm+ t voor 'je/ jij' en hij/zij: jij/hij loopt
hele werkwoord voor het meervoud: wij, jullie, zij
de kinderen lopen
Slide 26 - Tekstslide
De allerbelangrijkste vraag:
is het ww een pv? JA
voor de verleden tijd:
sterk ww? => klankverandering: ga, ging
zwak ww? => haal van hele werkwoord -en af (stam)
laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP'? Dan + -te /-ten. Andere ww: + -de/-den
klappen => p => ik klapte / verven => v => hij verfde
raden => d => hij raadde
Slide 27 - Tekstslide
De allerbelangrijkste vraag:
is het ww een persoonsvorm? JA
En is de pv ook een bevel of opdracht? JA
Dat is de gebiedende wijs. Daarvoor gebruik je de ik-vorm:
Loop door! Houd afstand!
Slide 28 - Tekstslide
zwakke ww v.t./ volt.t: beluister de klank!
Een 'd' of 't' in verleden of voltooide tijd wordt bepaald door de klank
harde klanken, zoals K, P, S, T (stemloos): deze krijgen een 't' in de verleden en voltooide tijd => siste, klapte, kapte / heeft gesist, geklapt, gekapt
zachte klanken, zoals M, N, L, R (stemhebbend): deze krijgen een 'd' in vt en volt. tijd => vertelde, kamde, gebeurde / heeft verteld, gekamd, is gebeurd
Slide 29 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Lezen in je leesboek (minimaal 15 min.)
Opdrachten werkwoordspelling 3 t/m 6 maken: pag. 67-70 en opdracht 11a en 11b, pag. 72
Slide 30 - Tekstslide
T V 2 B
8 jan
Slide 31 - Tekstslide
Startopdracht
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Slide 32 - Tekstslide
Stappenplan
Is het ww een PV of niet?
Ja, PV: tt of vt?
tegenw.tijd: stam plus uitgang tt
gebiedende wijs: ik-vorm (Pak dat boek!)
verleden tijd zwak ww: stam => t exkofschip => -te / -ten erachter. Sterke ww: klankverandering
Volt.deelwoord? Dan moet er "hebben"/"zijn"/ "worden" bij staan. Regels t exkofschip
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Kijk na:
Wordt je foto...
Erwin Olaf debuteert...
Hier vindt je vriend...
Kruid als eerste ....
...ik schud...
Verblijd je hem...?
...woedt een grote brand
Slide 35 - Tekstslide
Leerdoelen deze week
je weet waaraan je deze periode werkt
je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen
je hebt in je leesboek gelezen: minimaal niveau 2 (zie mediatheek / lezenvoordelijst.nl)
Slide 36 - Tekstslide
Naast PV en VD heb je nog andere werkwoordsvormen
hele werkwoord (infinitief)
voltooid deelwoord als bijv. nw gebruikt (de verklede clown). Regel: zo kort mogelijk
tegenwoordig deelwoord: hele ww + D: lachend, lopend, werkend, gamend
Slide 37 - Tekstslide
Wat is een samengestelde zin?
Slide 38 - Tekstslide
Samengestelde zinnen hebben meerdere persoonsvormen
twee hoofdzinnen OF
een hoofd- en een bijzin OF
twee hoofdzinnen en een bijzin OF ....
Wat is een hoofdzin en wat een bijzin?
Slide 39 - Tekstslide
Kenmerken van een hoofdzin
onderwerp en pv staan naast elkaar
De zin is een gewone mededeling
Er past géén woord tussen het ow en de PV:
"Ik sport altijd op zaterdag."
"Op zaterdag sport ik altijd."
Altijd sport ik op zaterdag
Altijd sport *op *zaterdag ik"
Slide 40 - Tekstslide
Kenmerken van een bijzin
tussen het onderwerp en PV kun je andere woorden plaatsen
PV staat vaak achteraan in de bijzin
Toen ik klein was, ...
Als ik chocola eet,...
Zo'n zin is niet "zelfstandig": je voelt dat er nog informatie ontbreekt en de zin niet 'af' is.
Slide 41 - Tekstslide
Wat is de hoofdzin (HZ)?
Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
Zoek eerst de PV's en de onderwerpen
Kunnen / Staan er woorden tussen PV en OW?
Hoewel ikelke week fanatieksport, wordik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
Hoewel ik elke week fanatiek sport, word ik nog steeds niet naar de Olympische Spelen gestuurd.
Slide 42 - Tekstslide
Wat is de bijzin (BZ)?
Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker. (PV's en OW?)
Omdat ik vaak te laat kom, maaktmijn moeder me nu vaak wakker.
Omdat ik vaak te laat kom, maakt mijn moeder me nu vaak wakker.
Slide 43 - Tekstslide
Bepaal hoofd- en bijzin (hz-bz)
Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit.
Hoewel het nog lang duurt, gaan we dit jaar op reis naar het Verenigd Koninkrijk.
Omdat het koud is, en omdat het nu droog is, is het nu lekker winterweer.
Slide 44 - Tekstslide
Leestekens
komma in samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
Wat ik altijd al wilde, is een reis naar IJsland maken.
komma vóór voegwoorden maar, want, omdat:
Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit.
Slide 45 - Tekstslide
Waarom leer je dit?
...
als je weet wat een bijzin is, dan weet je dat die niet als losse zin met een punt kan voorkomen.
fout vb: *Als het goed is. Neem ik morgen de auto.
goed vb: Als het goed is, neem ik morgen de auto.
om te zorgen dat je tussen een hoofd- en een bijzin een komma plaatst (vóór 'omdat', 'maar',...) en tussen 2 pv's:
Ik ga heel veel schaatsen, omdat het nu nog vriest.
Als het goed is, neem ik morgen de auto.
Slide 46 - Tekstslide
Zelfstandig werken / Plenda
In je boek of online
Let op: theorie over hoofdletters zelf doorwerken
Huiswerkopdrachten van vandaag nakijken, zie document op Teams/Lesmateriaal/P3
Talent 2.9 Spelling: Opdracht 1, pag. 144 en opdr. 5, 7 en 10.
Talent: 1.7, Grammatica zinsdelen, opdracht 1, 4, 9, 10, 11 en 12 (pag. 50 en verder)