In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
§4.5 Grafieken tekenen
§2.1
Slide 1 - Tekstslide
WELKOM
Heb je alle je spullen bij de hand?
- wiskundeboek blz. 146
- wiskundeschrift
- gevuld etui
- laptop mag, hoeft niet
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
Welkom
Herhaling
Leerdoelen les 4.5
Instructie les 4.5
Aan de slag
Evaluatie
Slide 3 - Tekstslide
GLOBALE GRAFIEK
Slide 4 - Tekstslide
een grafiek tekenen doe je met...
A
pen
B
potlood
C
viltstift
Slide 5 - Quizvraag
VERBAND
Het verband tussen de tijd van het branden van de kaars en de hoogte van de kaars.
Slide 6 - Tekstslide
GLOBALE GRAFIEK
De piramidevormige en kegelvormige kaars is bovenin smal en brandt dus eerst snel op De kaars wordt naar beneden toe steeds dikker en gaat daardoor steeds langzamer branden
Slide 7 - Tekstslide
zet deze rode stip op het coördinaat:
(4,3)
Slide 8 - Sleepvraag
zet deze rode stip op het coördinaat:
(7,3)
Slide 9 - Sleepvraag
zet deze rode stip op het coördinaat:
(1,5)
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Video
STIJGEN - DALEN - CONSTANT
Slide 12 - Tekstslide
Grafieken aflezen
Slide 13 - Tekstslide
Het gewicht neemt tussen dag 5,5 en 6 het meest toe, omdat de grafiek daar het snelst stijgt (steilst) is.
Slide 14 - Tekstslide
Let op! Bij 0 begint de eerste dag (dag 1).
Bij 1 begint de tweede dag (dag 2), enz.
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
4.5 Grafieken tekenen
Ik kan een grafiek bij een tabel tekenen.
Ik weet wat een zaagtand is en wanneer deze gebruikt wordt.
Ik weet welke coördinaten bij de horizontale en welke bij de verticale as horen.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Aan het begin van de as wordt soms een zaagtand gebruikt.
Waarom denk je?
A
Ziet er grappig uit.
B
Dat moet altijd.
C
Als je van zagen houdt.
D
Dit voorkomt een groot leeg deel in een assenstelsel.
Slide 18 - Quizvraag
Instructie
Grafieken tekenen
Doe actief mee!
Slide 19 - Tekstslide
Zoek in je boek op:
Blz. 146
Slide 20 - Tekstslide
Een grafiek bij een tabel tekenen
Kijk naar de bovenste rij van de tabel en bepaald de stapgrootte van de horizontale as.
Teken de horizontale as met de bijbehorende stapgrootte.
Schrijf de titel bij de horizontale as.
Kijk naar de onderste rij van de tabel en bepaal de stapgroote van de verticale as. Denk aan een stapgrootte van 1, 2, 5, 10 of 100 (ongeveer 10 hokjes lang).
Teken de verticale as met de bijbehorende stapgrootte.
Schrijf de titel bij de verticale as.
Zet de punten uit de tabel in het assenstelsel.
Verbind de punten met een vloeiende lijn (grafiek tekenen).
Slide 21 - Tekstslide
Grafiek tekenen
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Bij de tabel kun je een grafiek tekenen. Op welke as komen de getallen, van de verschillende aantallen krentenbollen (de bovenste rij van de tabel) te staan?
A
bij de horizontale as
B
bij de verticale as
Slide 24 - Quizvraag
Deze punten kun je in een grafiek tekenen. Wat zijn de coördinaten als Lotte 3 uur heeft gewerkt?
A
(3, 13,50)
B
(3 - 13,50)
C
(3: 13,50)
D
(3; 13,50)
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de stapgrootte op de horizontale as?
A
22
B
2
C
5
D
25
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de stapgrootte op de verticale as?
A
22
B
2
C
5
D
25
Slide 27 - Quizvraag
Stapgrootte = de grootte van de stappen op de assen.
Stapgrootte = 10
Stapgrootte = 2
Stapgrootte = 40
Stapgrootte = 4
Slide 28 - Sleepvraag
Stapgrootte
.
Hoe groot is de stapgrootte op de
verticale as?
Hoe groot is de stapgrootte op de
horizontale as?
Slide 29 - Tekstslide
Lesdoel
check
Slide 30 - Tekstslide
Leerdoelen
4.5 Grafieken tekenen
Ik kan een grafiek bij een tabel tekenen.
Ik weet wat een zaagtand is en wanneer deze gebruikt wordt.
Ik weet welke coördinaten bij de horizontale en welke bij de verticale as horen.