water 3.4
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Als een rivier klei en zand neerlegt dan noemen we dat sedimentatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noemen we de lager gelegen gebieden naast de oeverwallen?
A
kleigronden
B
komgronden
C
uiterwaarden
D
boezem
Slide 16 - Quizvraag
Welke dijk ligt het verst van de rivier?
A
zomerdijk
B
winterdijk
Slide 17 - Quizvraag
Welke dijk is het hoogst?
A
zomerdijk
B
winterdijk
Slide 18 - Quizvraag
Het gebied tussen de zomer- en winterdijk noemen we de ..............
Slide 19 - Open vraag
Alle polders zijn droogmakerijen.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noemen we het water op peil houden in de polders door middel van pompen?
A
pompen
B
verzaken
C
gemalen
D
bemaling
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de boezem?
A
tijdelijke opslagplaats voor overtollig water uit de polder
B
een poldersloot die in door de polders lopen
C
al het kwelwater dat in een polder terecht komt
D
de rivier waar al het polderwater in wordt weggepompt
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noemen we de hoger gelegen oevers van een rivier die ontstaan zijn door sedimentatie?
