12.2 - Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

12.2 - Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen

Biologie voor Jou

3/4 VMBO - T

Leerdoelen

-Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.

-Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functie en kenmerken noemen.

Voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen zijn dingen die je eet.

Denk aan een appel, boterham of frisdrank.

Voedingsmiddelen kunnen dierlijk of plantaardig zijn.

Voedingsstoffen

Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. 

Dit zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen die door het lichaam worden verbruikt.

Groepen voedingsstoffen

Bouwstoffen

Nodig  voor nieuwe cellen.

Brandstoffen

Nodig voor energie.

Reservestoffen

Nodig voor later.

Beschermende stoffen

Voorkomen van ziekten.

Eiwtten

Bouwstoffen

Nodig voor het maken van nieuwe cellen, maar ook enzymen.

Koolhydraten

Brandstoffen

Suiker en zetmeel.

Bevatten veel energie!

Rest wordt opgeslagen als reservestof.

Vetten

Brandstof

Rest wordt opgeslagen als reservestof.

Onverzadigd (plantaardige, vloeibare producten)

Verzadigd (dierlijke producten)

Water

Bouwstof

55-65% van je lichaam.

Vervoer van stoffen door je lichaam. 

Cytoplasma.

Mineralen

Bouwstoffen

Kalk, Fluoride, IJzer, Natrium, Kalium.

Vitaminen

Beschermende stoffen

Verschillende letters (en soms nummers erbij)

Tekorten zorgen voor ziektes.

(Tekort K? -> bloed stolt niet goed!)

Rest van de les

Tijd voor opdrachten 1 t/m 8 van paragraaf 12.2