Er komt geen e achter het bijvoeglijk naamwoord als:
- er een het-woord op volgt én er geen ander woord voor staat: ‘Leuk huis’, ‘Mooi dingetje
- er een het-woord op volgt én het woord een: een stoer meisje, een mooi jongetje
- er een het-woord op volgt én het voorafgegaan wordt door: ander, anderhalf, één, elk, enig, geen, genoeg, ieder, meer, menig, minder, te veel/weinig, veel, weinig, welk, zo’n of zulk: ander vreemd geld, anderhalf belegd broodje, elk lief kind, enig goed nieuws, geen klein park, genoeg slap gepraat, meer lekker eten, menig nieuw Kamerlid, minder schoon water, te veel/weinig contant geld, veel mooi werk, welk slim kind, weinig goed nieuws, zo’n brutaal nest, zulk mooi weer.