In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.5 Drugs
Slide 1 - Tekstslide
wat gaan we vandaag doen?
herhalen 1.4 Roken
vapen en e-sigaret
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 1.5 Drugs
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen vandaag (1.4)
Belangrijkste begrippen:
- redenen waarom jongeren wel of niet roken
- de 3 schadelijke stoffen in tabaksrook
- gevolgen van het gebruik van tabak
Slide 3 - Tekstslide
1.4 Roken
roken = het inademen en uitblazen van rook van tabak
Tabak wordt gemaakt van de tabaksplant.
Als je rookt adem je allerlei schadelijke stoffen in.
Tabak bevat nicotine, teer en koolstofmonoxide.
Slide 4 - Tekstslide
1.4 Roken
In tabak zit nicotine. Hierdoor voel je je goed als je rookt.
Helaas is nicotine ook verslavend.
Hoe meer nicotine in een sigaret, hoe groter de kans op rokersziekten.
In tabak zit ook teer. Dit is een zwarte kleverige stof. Deze teer blijft plakken in je luchtpijp en longen. Hierdoor kunnen je longen minder zuurstof opnemen. Je gaat hoesten (rokershoest) en krijgt het benauwd. Van teer kan je ook kanker krijgen.
Slide 5 - Tekstslide
1.4 Roken
Als je rookt, adem je koolstofmonoxide in.
Door deze stof kan het bloed minder goed zuurstof vervoeren.
Daardoor krijg je een slechtere conditie.
Slide 6 - Tekstslide
schooltv.nl
Slide 7 - Link
leerdoelen vandaag (1.5 drugs)
Aan het einde van de les:
- kan je drugs verdelen in groepen, de werking beschrijven en voorbeelden noemen
- kan je omschrijven wat cannabis is
- kan je de effecten noemen van het gebruik van cannabis op korte en op langetermijn
Slide 8 - Tekstslide
1.5 Drugs
drugs zijn genotmiddelen die je gedrag kunnen beinvloeden
Je kan drugs onderverdelen in:
- harddrugs (verboden)
- softdrugs (coffeeshop)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
1.5 Drugs
drugs = stoffen waardoor je gevoelens en gedrag veranderen
Er zijn verschillende soorten drugs:
- verdovende middelen (ontspannen, slaperig): heroine, GHB en slaapmiddelen - stimulerende middelen (wakker, actief): cocaine en XTC (partydrugs)
- bewustzijnsveranderende middelen (hallucineren): cannabis, lsd en paddo's (tripmiddelen)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
1.5 Drugs
Er zijn veel verschillende soorten drugs.
Cannabis staat beschreven in je boek en moet je kennen!
Over welke andere drugs wil je nog meer weten??
Dan zoek ik informatie/filmpjes voor de volgende les.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
1.5 Drugs
cannabis (hennepproducten):
- gemaakt van de hennepplant
- wiet (marihuana) of hasj
- roken: blowen (joint/stickie)
- eten: spacecake
Slide 15 - Tekstslide
1.5 Drugs
effecten van cannabis:
- versterkt je stemming
- high (licht gevoel in je hoofd)
- stoned (armen en benen voelen zwaar aan)
- je beleeft dingen anders
- vreetkick (enorme honger)
- lachkick (slappe lach)
- flippen (misselijk/duizelig gevoel na gebruik, paniekaanval)
- concentratie neemt af
Slide 16 - Tekstslide
1.5 Drugs
cannabis en je gezondheid:
- je kan er geestelijk van afhankelijk worden
- steeds meer nodig voor hetzelfde effect (gewenning)
- blowen: rokersziekten zoals longkanker en bronchitis
- onregelmatig ongesteld bij meisjes
- afname van productie van zaadcellen bij jongens
In de rook van een joint zitten meer kankerverwekkende stoffen dan in tabaksrook!!!!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.