crisis situaties

Onvoorziene situaties
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onvoorziene situaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn onvoorziene situaties?
Persoonlijke crisis
Organisatiecrisis
Maatschappelijke crisis

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke crisis
- Ernstige verstoring in het dagelijks leven
- Iemand is lange- of kortetijd volledig uit zijn normale doen
- Herstellen lukt niet
- Persoon is in psychische nood

Slide 3 - Tekstslide

Organisatie crisis
- Noodsituatie die gevaar oplevert voor de medewerkers/zorgvragers van een organisatie
- Deze sitauatie heeft een lange- of korte tijd effect op de gehele organisatie

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
Falende ICT
Brand in het gebouw
Personeelstekort
Finaciële tekorten
Geweldsmisdrijf

Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijke crisis
-Noodsituatie waarin de samenleving ontwricht raakt
- Vitale processen en voorzieningen vallen uit

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
- Cyberaanval
- Aardbeving of overstroming
- Economische crisis
- Pandemie

Slide 7 - Tekstslide

3 Niveaus
Micro: persoonlijke crisis
Meso: organisatiecrisis
Macro: maatschappelijke crisis

Slide 8 - Tekstslide

Onvoorziene situaties in de zorg
- gedrag- en psychische problemen 
-  somatische problemen --> verergering van ziekte/complicaties/ bijwerkingen

Slide 9 - Tekstslide

SBARR

Slide 10 - Tekstslide

SBARR
Door middel van de in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de situatie waarin de patiënt zich bevindt niet ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 11 - Tekstslide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • De zorgprofessional wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Ontvanger krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 12 - Tekstslide

S =Situation (situatie)

Stel jezelf voor en check met wie je spreekt

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de zorgvrager?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de Begeleider van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 13 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

Eventuele diagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 14 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: "ik zie dat de man benauwd is en moeite heeft met ademhalen"

Slide 15 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de vrouw zelf te beoordelen.'

Slide 16 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Door wie is de SBAR methode ontwikkeld?
A
UMCG Groningen
B
V&VN
C
De Amerikaanse marine
D
VMS

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke situaties kan de SBAR(R)- methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens MDO
C
Bij artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quizvraag

De begeleider vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt mogelijk een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 22 - Quizvraag

Casus oefenen
Je werkt in de thuiszorg en komt in de ochtend bij mw. Vollenhove.

.

Slide 23 - Tekstslide

Waar denk je aan?

Slide 24 - Woordweb

Is mw. bedreigt in de A?

Slide 25 - Open vraag

Is mw. bedreigt in de B?

Slide 26 - Open vraag

Is mw. bedreigt in de C?

Slide 27 - Open vraag

Is mw. bedreigt in de D?

Slide 28 - Open vraag

Is mw. bedreigt in de E?

Slide 29 - Open vraag

Wat is de MEWS van mw.?

Slide 30 - Tekstslide

SBAR
S=
B=
A=
R=
R=

Slide 31 - Tekstslide

EINDE

Slide 32 - Tekstslide