Communicatie met de SBARR

Casus
Mw. Nefkens is 72 jaar.  De thuiszorg komt drie maal per week i.v.m. het verwisselen van de stomaplak. Deze heeft mw. vorig jaar gekregen na operatie aan een darmca.  Mw. opent de voordeur niet.  De thuiszorgmedewerkster kijkt door het raam en ziet mw. op de grond liggen.  In de notities op de werktelefoon staat dat de buurvrouw een sleutel heeft.  De buurvrouw is thuis en opent de deur.  Samen gaan jullie naar mw. toe.  Zij is goed aanspreekbaar en vertelt jammerend dat zij gevallen is over een drempel. Mw. heeft het warm en je constateert een pols van 150. Mw. heeft enorm veel pijn aan haar rechter heup en kan niet opstaan of deze belasten.

Je wilt de situatie overdragen aan een arts. Wat draag je over?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Casus
Mw. Nefkens is 72 jaar.  De thuiszorg komt drie maal per week i.v.m. het verwisselen van de stomaplak. Deze heeft mw. vorig jaar gekregen na operatie aan een darmca.  Mw. opent de voordeur niet.  De thuiszorgmedewerkster kijkt door het raam en ziet mw. op de grond liggen.  In de notities op de werktelefoon staat dat de buurvrouw een sleutel heeft.  De buurvrouw is thuis en opent de deur.  Samen gaan jullie naar mw. toe.  Zij is goed aanspreekbaar en vertelt jammerend dat zij gevallen is over een drempel. Mw. heeft het warm en je constateert een pols van 150. Mw. heeft enorm veel pijn aan haar rechter heup en kan niet opstaan of deze belasten.

Je wilt de situatie overdragen aan een arts. Wat draag je over?

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie middels de SBARR

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • De student heeft kennis van de SBARR methode
  • De student kan benoemen wat er bij de verschillende onderdelen moet worden benoemd.
  • De student kan een overdracht volgens de SBARR doen.
  • De student weet waarom deze methode van belang is

Slide 3 - Tekstslide

SBARR methode
Waar denk je aan?

Slide 4 - Woordweb

S:
B:
A:
R:
R:



   SItuation


Back-ground



Assesment


Reccomm-endation



Repeat

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is waar over redeneerhulpen?
A
Er is geen kennis voor nodig
B
Ze vervangen kennis en ervaring nooit
C
Alleen voor onervaren medewerkers
D
Zijn alleen voor artsen bedoeld

Slide 6 - Quizvraag

SBARR
Door middel van de in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de instabiele situatie waarin de patiënt zich bevindt niet ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 7 - Tekstslide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige/verzorgende-IG wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?

Slide 10 - Open vraag

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 11 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 12 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 13 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 14 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 15 - Tekstslide

Filmpje voorbeeld SBARR

Slide 16 - Tekstslide

Bij welke situaties kan de SBAR(R)- methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens MDO
C
Bij artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

De verzorgende vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 18 - Quizvraag

De verzorgende vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 19 - Quizvraag

De verzorgende vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 20 - Quizvraag

De verzorgende vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een bloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 21 - Quizvraag

Casus
Mw. Nefkens is 72 jaar.  De thuiszorg komt drie maal per week i.v.m. het verwisselen van de stomaplak. Deze heeft mw. vorig jaar gekregen na operatie aan een darmca.  Mw. opent de voordeur niet.  De thuiszorgmedewerkster kijkt door het raam en ziet mw. op de grond liggen.  In de notities op de werktelefoon staat dat de buurvrouw een sleutel heeft.  De buurvrouw is thuis en opent de deur.  Samen gaan jullie naar mw. toe.  Zij is goed aanspreekbaar en vertelt jammerend dat zij gevallen is over een drempel. Mw. heeft het warm en je constateert een pols van 150. Mw. heeft enorm veel pijn aan haar rechter heup en kan niet opstaan of deze belasten.

Je wilt de situatie overdragen aan een arts. Wat draag je over?

Slide 22 - Tekstslide

Casus
Mw Smit krijgt antibiotica tegen urineweginfectie. Jij geef haar de medicatie. Na een aantal minuten geeft ze aan erg duizelig en onrustig te zijn. Krijgt jeuk en rode vlekken. Ook zie je haar gezicht opzwellen. RR 80-50 P 120 T 37.1 AH: 20 oppervlakkig.
Jij vertrouwt het niet en belt de huisarts. 
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

CASUS
Je komt bij Mw. de Jonge op de kamer en ziet haar op de grond liggen. Ze komt versuft over. Ze is flink aan het transpireren en is ze trillerig. Mw. is bekend met Diabetes type 2 waarvoor ze 3x daags insuline spuit. Je meet de controle's: 
Bloeddruk (RR) 95-50. 
Pols 90          
Temperatuur 37.2. 
Ademhaling 18 
Bloedsuiker 2.3
Je belt de arts. 

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide