3.1 Het Middellandse Zeegebied

3.1 Het Middellandse Zeegebied
H3 Verder kijken dan de Costa's
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.1 Het Middellandse Zeegebied
H3 Verder kijken dan de Costa's

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Wat zijn de geografische kenmerken van het Middellandse Zeegebied?
  • Waarom is het zoutgehalte van de Middellandse Zee zo hoog?
  • Hoe kan de kenmerkende natuurlijke plantengroei in het Middellandse Zeegebied worden verklaard? 
  • Op welke manier bepaalt de natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Kaart

Kenmerken
  • Middellandse Zeeklimaat: Droge, hete zomers; milde, vochtige winters
  • Onregelmatige kustlijn
  • Nauwelijks eb en vloed

  • Warmer en zouter in vergelijking met zeeën met zelfde ligging

Slide 4 - Tekstslide

Ligging
  • Mediterranee
  • Grootste binnenzee ter wereld
  • Bereikbaar via Straat van Gibraltar, Bosporus en Suezkanaal
  • 21 landen op 3 continenten (Europa, Azië/Midden-Oosten, Afrika)
  • 400 miljoen inwoners

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zeestromen

Slide 9 - Tekstslide

Temperatuur
Zoutgehalte

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaken
  • Middellandse Zee lange tijd binnenzee, na stijgen zeepeil liep de straat van Gibraltar onder water.
  • Straat van Gibraltar is erg ondiep en smal. Laat weinig water door. 
  • Water na 80 jaar geheel ververst.
  • Water is warmer -> verdampt meer -> zout blijft achter. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waterbalans
De waterbalans is negatief.
Er verdampt meer water, dan dat er via neerslag en rivieren bij komt. 

Waterpeil stabiel, door aanvoer water uit Atlantische Oceaan, Zwarte zee en Rode Zee

Slide 13 - Tekstslide

Zeestromen
Horizontaal
Oppervlaktestroom: W -> O
Dieptestroom: O -> W

Verticaal:
Kouder, zouter water heeft hogere dichtheid, dus zakt weg.
Voornamelijk daar waar rivieren in de zee uitmonden. 
-> Hoe is dit te verklaren?

Slide 14 - Tekstslide

Vegetatie

Slide 15 - Tekstslide

Vegetatie
  • Aangepast aan extreme omstandigheden (droogte, brand, hoge temperaturen, reliëf, rotsachtige bodems)
  • Kleine naald- en leerachtige bladeren; tegengaan verdamping
  • Lange wortels; water uit diepere lagen
-> Voorbeeld: tijm

Slide 16 - Tekstslide

Plantengroei
3 types:

1. Loofbomen:
  • lange wortels
  • Kleine leerachtige bladeren
  • Behouden blad tijdens droge periode. 

Slide 17 - Tekstslide

Plantengroei
2. Bladverliezende struiken
  • bloeien in voorjaar

Slide 18 - Tekstslide

Plantengroei
3. Maquis
  • dicht struikgewas
  • Harde altijd groene bladeren
  • tussendoor bloeiende planten
-> garrigue: uitgedund 

Slide 19 - Tekstslide

Landbouw

Slide 20 - Tekstslide

Mediterrane akkerbouw
  • Droge akkerbouw: gehele jaar, laagland
            Cyclus: 1 jaar gebruiken, 1 jaar braak (, 1 jaar extensieve                                     veeteelt)
  • Boom- en struikencultuur: steilere, minder vruchtbare hellingen. 
  • Irrigatielandbouw: vlakkere, vruchtbaardere dalen aan de kust, 3 tot 5 oogsten per jaar, arbeids- en kapitaalintensief. 

Slide 21 - Tekstslide

Veeteelt
  • Weinig economische betekenis
  • Extensief
  • Nomadisch (verdwijnt) of transhumance

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten
Maak (Over)leven in Europa
Hoofdstuk 3
§ 1
Opdr. 1 t/m 9

Klaar? --> casusopdracht: Civita

Slide 23 - Tekstslide