antwoorden paragraaf 2.1

Bespreking antwoorden paragraaf 2.1
o Je kunt uitleggen waarom het zoutgehalte in de Middellandse Zee zo hoog is.
o Je kunt de kenmerkende natuurlijke plantengroei in het Middellandse Zeegebied verklaren.
o Je weet hoe de natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied bepaalt.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bespreking antwoorden paragraaf 2.1
o Je kunt uitleggen waarom het zoutgehalte in de Middellandse Zee zo hoog is.
o Je kunt de kenmerkende natuurlijke plantengroei in het Middellandse Zeegebied verklaren.
o Je weet hoe de natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied bepaalt.

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2: zeestromen
2a. drie zaken die van invloed zijn op het zoutgehalte van de Middellandse Zee

- hoge temperatuur waardoor zout achterblijft na verdamping
- Er is nauwelijks uitwisseling van water met andere zeeën
- Toevoer van zoet water vanaf het continent

Slide 2 - Tekstslide

zeestromen
2b. witte pijl is toevoer van zout water uit andere zeeën. Blauwe pijl is toevoer van zoet water vanaf het continent.

2c. In het oostelijk deel is het water zouter. Hier stroomt het water naar toe. De zee wordt hier warmer en verdampt meer water, waardoor zout achterblijft

Slide 3 - Tekstslide

opgave 3: Watertemperatuur en zoutgehalte
3a. Straat van Gibraltar is 400m diep

3b. figuur 2.5 combineert de watertemperatuur en het zoutgehalte.

3c. Hoe warmer het water is, hoe zouter.

Slide 4 - Tekstslide

opgave 3: Watertemperatuur en zout gehalte
3d. Het duurt 80 jaar voordat al het water in de Middellandse Zee is ververst. Dit water blijft dus in de Middellandse zee en kan al die tijd opwarmen. In de Atlantische oceaan heeft het water niet de tijd om op te warmen en is daardoor kouder.

3e. Middellandse zee heeft een hogere saliniteit dan de Atlantische oceaan.

Slide 5 - Tekstslide

opgave 3f
Het water uit de Middellandse Zee dat via de straat van Gibraltar in de Atlantische oceaan komt is veel zouter. Heeft dus een hogere dichtheid en zakt naar beneden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

opgave 4a: 3 groepen mediterrane vegetatie
1. Loofbomen die blad niet verliezen in de droge tijd. (zomer)
2. Bladverliezende struiken. overleven in 'ruststand' droge tijd.
3. Maquis, doornachtige struiken

Slide 9 - Tekstslide

4b en 4c: Kenmerken van oorspronkelijke plantengroei
1. Loofbomen met klein, leerachtig blad om verdamping tegen te gaan.
Lange wortels, kunnen grondwater bereiken
 
2. Struiken die blad verliezen in droge tijd.  Bloei in natte tijd, vocht is belangrijk voor de plantengroei. 

3. Maquis met doorns voorkomt dat de struiken worden aangevreten door vee.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

opgave 5: Mediterrane landbouw
3 vormen van landbouw:
- droge akkerbouw (graan)
- akkerbouw op hellingen boom-en struikcultuur (olijf, amandel, druif)
-irrigatielandbouw (maakt meerdere oogsten per jaar mogelijk, maar ook gewassen die oorspronkelijk niet in dit gebied voorkomen).
-tuinbouw in kassen, 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Kaart

Irrigatie
5b. Voordeel van irrigatie: vergroten opbrengst.
nadeel van irrigatie is verzilting, als gevolg van verdamping van irrigatiewater.

Je kunt dit op verschillende manieren voorkomen:
druppelirrigatie
drainage
5c. druiven drogen levert rozijnen op.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

druppelirrigatie ++
  • beste vorm van irrigatie
  • gaat verzilting tegen
  • nauwelijks verspilling
  • kennis nodig

  • duur

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

opgave 6 veeteelt
6a. Transhumance ; in de zomer trekt men met vee naar hogere grazige delen en in de winter daalt men weer af richting de kustvlakte.

6b. Er komt weinig intensieve veeteelt voor in het Middellandse Zeegebied. Vee heeft voedsel nodig, moet worden verbouwd d.m.v. irrigatie, niet mogelijk om veel vee op klein oppervlak te houden.

Slide 22 - Tekstslide