Voetbal les 2b

Voetbal 
dag 2b
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voetbal 
dag 2b

Slide 1 - Tekstslide

.

Slide 2 - Tekstslide

voetballen
Ik ga met mijn vrienden voetballen.

Ik voetbal bij Go Ahead Kampen.

Slide 3 - Tekstslide

voetballen
Voetballen is een werkwoord.

Ik voetbal bij Go Ahead.
Jij/ U voetbalt bij Go Ahead.
Hij/Zij voetbalt bij Go Ahead.
Wij voetballen bij Go Ahead.
Jullie voetballen bij Go Ahead.
Zij voetballen bij Go Ahead.

.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

schieten
Ik schiet de bal in het doel.

De doelman schiet de bal het veld in.

Slide 6 - Tekstslide

schieten
Schieten is een werkwoord.

Ik schiet de bal in het doel.
Jij/ U schiet de bal in het doel.
Hij/Zij schiet de bal in het doel.
Wij schieten de bal in het doel.
Jullie schieten de bal in het doel.
Zij schieten de bal in het doel.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

het doel
Als je de bal in het doel schiet, krijg je een punt.

De doelman verdedigt het doel.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

de strafschop
(de penalty)

De speler neemt een strafschop.

De scheidsrechter geeft het team een strafschop.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

de hoekschop
(de corner)

De speler neemt de corner.

De speler maakt een doelpunt vanuit de hoekschop.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

het doelpunt
(de goal)

Ik maak een doelpunt!
Nu staat het 1-0!

Er zijn 4 doelpunten gemaakt in de wedstrijd. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

de doelman
(de keeper)

De doelman verdedigt het doel.

Elk team heeft één doelman in het voetbalveld. 

Slide 17 - Tekstslide

De vrouwen voetballen. 
 
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 18 - Sleepvraag

De voetbal zit in het doel. 
 
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 19 - Sleepvraag

De speler neemt een strafschop.
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 20 - Sleepvraag

Ik zie 11 spelers in het voetbalveld.
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 21 - Sleepvraag

Dit is een wedstrijd.
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 22 - Sleepvraag

Er zijn 3 doelpunten gemaakt.
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 23 - Sleepvraag

1 speler neemt een hoekschop
waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR

Slide 24 - Sleepvraag

7x
Dit is anders.
de voetbal naast de bank.
de voetbal in het voetbalveld.
Het rugnummer van speler 13.
Het rugnummer van speler 7
Het rugnummer van speler 12
Het rugnummer van speler 9
De witte stip in het voetbalveld.
De speler rechts in het voetbalveld.
De speler links in het voetbalveld.
Het haar van speler 13.
Het haar van speler 12.
de hoekschop van speler 12.
De doelman in het voetbalveld.

Slide 25 - Sleepvraag

Dit is een werkwoord.
Dit is geen werkwoord. 
voetballen
de hoekschop
de
strafschop
het doel
schieten
de 
doelman
het
doelpunt

Slide 26 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 27 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 28 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 29 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 30 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 31 - Sleepvraag

Wat hoor je?

Slide 32 - Sleepvraag