Tijgers en Panters: De roofdieren van de jungle

• Sneaker\
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Tijgers en Panters: De roofdieren van de jungle

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je de verschillen tussen een tijger en een panter uitleggen en begrijp je hoe deze dieren in hun natuurlijke habitat leven.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over tijgers en panters?

Wat zijn tijgers en panters?

Tijgers en panters zijn grote katachtigen die voorkomen in Azië en Afrika. Ze zijn roofdieren en jagen voornamelijk op andere dieren.

Introduceer de studenten tot de dieren en hun leefomgeving.

Het verschil tussen tijgers en panters

Het belangrijkste verschil tussen tijgers en panters is hun vachtpatroon. Tijgers hebben strepen en panters hebben vlekken. Tijgers zijn ook groter en zwaarder dan panters.

Leg uit wat de verschillen zijn tussen de twee dieren.

Het dieet van tijgers en panters

Tijgers en panters zijn carnivoren en jagen op verschillende prooien, waaronder herten, wilde zwijnen en apen.

Laat de studenten weten wat de dieren eten en hoe ze jagen.

Habitat

Tijgers leven voornamelijk in Aziatische jungles en panters komen voor in zowel Azië als Afrika. Ze leven in dichtbegroeide gebieden en zijn goed aangepast aan hun omgeving.

Vertel de studenten over de natuurlijke habitats van de dieren.

Leefwijze

Tijgers en panters zijn solitaire dieren en jagen alleen. Ze zijn ook territoriaal en markeren hun gebied met urine en krabben aan bomen.

Beschrijf hoe de dieren leven en hoe ze hun territorium beschermen.

Bedreigingen

Tijgers en panters worden bedreigd door habitatvernietiging en stroperij. Hun aantallen zijn de afgelopen decennia sterk afgenomen.

Vertel de studenten over de bedreigingen voor deze dieren en wat er wordt gedaan om ze te beschermen.

Interactieve quiz

Test je kennis over tijgers en panters met deze quiz!

Gebruik een quiz om te testen wat de studenten hebben geleerd.

Anatomie van een tijger

Tijgers hebben grote poten en een krachtige kaak. Hun gestreepte vacht helpt hen om zich te camoufleren in het gras en de bomen.

Laat zien hoe een tijger eruit ziet en hoe hun fysieke kenmerken hen helpen te overleven.

Anatomie van een panter

Panters hebben een slank lichaam en kunnen snel rennen en springen. Hun vlekkenpatroon helpt hen om zich te camoufleren in hun omgeving.

Laat zien hoe een panter eruit ziet en hoe hun fysieke kenmerken hen helpen te overleven.

Voortplanting

Tijgers en panters hebben een draagtijd van ongeveer 100 dagen en krijgen meestal 2 tot 4 jongen per worp. De jongen blijven bij hun moeder tot ze ongeveer 2 jaar oud zijn.

Vertel de studenten over de voortplanting van de dieren en hoe ze hun jongen opvoeden.

Wetenschappelijke naam

De wetenschappelijke naam voor de tijger is Panthera tigris en de wetenschappelijke naam voor de panter is Panthera pardus.

Laat de studenten de wetenschappelijke namen van de dieren zien.

Interactieve activiteit

Maak een tekening van een tijger of panter en kleur hem in. Bespreek met je klasgenoten wat je hebt geleerd over deze dieren.

Gebruik een interactieve activiteit om de studenten te betrekken bij de les.

Bescherming van tijgers en panters

Er zijn veel organisaties die werken aan de bescherming van tijgers en panters, zoals het Wereld Natuur Fonds en Panthera.

Vertel de studenten over organisaties die werken aan de bescherming van deze dieren en hoe ze kunnen helpen.

Fun fact

Wist je dat tijgers zwemmen? Ze zijn goede zwemmers en kunnen grote afstanden afleggen in het water.

Voeg een leuke feitje toe aan de les om de studenten te vermaken en nieuwe informatie te geven.

Conclusie

Nu weet je alles over tijgers en panters! Hopelijk heb je iets nieuws geleerd en ben je enthousiast om meer te leren over deze fascinerende dieren.

Rond de les af en vat samen wat de studenten hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.