Camouflage en mimicry

Camouflage en mimicry
Camouflage 
en
Mimicry
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4-8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Camouflage en mimicry
Camouflage 
en
Mimicry

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Sleepvraag

Wat ga je leren?
  • Je leert de rol die camouflage en mimicry spelen in de natuur. 
  • Je leert de effecten van camouflage en mimicry. 

Slide 3 - Tekstslide

Tekst
Wat zijn jullie beste verstopervaringen?

Slide 4 - Woordweb

Aanpassen en overleven
Dieren (en planten) passen zich aan.
Hoe hun omgeving is maakt uit hoe ze leven en eruit zien.
Net als jij: is het koud, dan trek je een jas aan.
Wie niet sterk is, moet zich verstoppen. Camouflage kan erbij helpen!

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord camouflage?

Slide 6 - Woordweb

Wat is camouflage?
Als dieren zich camoufleren, veranderen zij hun kleur, hun vorm en hun tekeningen aan hun achtergrond. Hierdoor is het dier (bijna) niet meer zichtbaar. 
Er is bij camouflage dus sprake van gezichtsbedrog .

Slide 7 - Tekstslide

Camouflage
Camouflage is handig in het dierenrijk. 
Veel prooidieren vallen door hun kleur niet op in hun omgeving en worden daarom minder snel gevangen door roofdieren. 
Voor roofdieren is het handig om hun prooien onopvallend te besluipen. 
De prooi afwachten tot deze binnen klauwbereik is, gaat ook het beste als je niet opvalt. 
Camouflage wordt dus veel toegepast in de natuur. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn schutkleuren?

Slide 11 - Woordweb

Schutkleuren
Schutkleuren zijn kleuren waardoor dieren niet 
opvallen in hun leefomgeving. 
Ze zien er (bijna) hetzelfde uit als de achtergrond. 
- Witte ijsberen in de sneeuw
- Zandkleurige konijnen op de grond tussen gras en struiken. 
- Een pad op de grond


Roerdomp.

Slide 12 - Tekstslide

Schutkleuren
Ook allerlei vlek- en streeppatronen camoufleren dieren: 
gestreepte tijgers en gevlekte panters vallen nauwelijks op in de schaduwen van gras en bladeren. Al deze vormen noemen we camouflage.

Slide 13 - Tekstslide

Wat denk je dat mimicry is?
A
Eruit zien als een ander gevaarlijk dier.
B
Het dier wordt zwart.
C
Het dier veranderd in de kleuren van de regenboog.
D
Het dier wordt wit.

Slide 14 - Quizvraag

Mimicry
Er bestaat in de natuur nog een andere manier om niet op te vallen, terwijl je wél goed zichtbaar bent. Bijvoorbeeld insecten die eruit zien als bladeren, takken of vogelpoepjes. Je ziet ze wel, maar herkent ze niet als insect. Zulke vormen van verstoppen noemen we mimicry. 

Slide 15 - Tekstslide

Mimicry
Een succesvol voorbeeld daarvan is om te lijken op een gevaarlijk dier. 
Zo zijn er kevers, spinnen en bijen die met zwarte en gele streepjes een wesp imiteren. 
Roofdieren  liever geen risico en houden afstand van zulke look-alikes. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Mimicry
Een andere veelgebruikte manier zijn nep-ogen. 
Vlinders bijvoorbeeld hebben grote ronde vlekken op hun vleugels. 
Als ze hun vleugels plotseling uitklappen, hopen ze dat een vogel schrikt en wegvliegt.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is handig
aan de camouflage
van de steenvis?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Camouflage
Mimicry
Wat doet het dier? Sleep naar het juiste vak.

Slide 23 - Sleepvraag

Wat hebben we vandaag geleerd?
  • Dieren hebben een schutkleur
  • Dieren verstoppen zich door niet op te vallen
  • Je voordoen als iets anders (takje, ander dier) is mimicry

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Je gaat 3 dieren opzoeken
  • Opschrijven welk dier het is
  • Welke kleuren  gebruikt het dier hierbij?
  • Waar leeft het dier vooral?

Slide 26 - Tekstslide