B&F Staal Spelling 5 voltooid deelwoord

Uitleg
hulpwerkwoord | voltooid deelwoord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Staal SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitleg
hulpwerkwoord | voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
We herhalen het zelfstandig naamwoord, het lidwoord en het bijvoeglijk naamwoord.
Daarna gaan we herhalen/oefenen wat de persoonsvorm is in een zin en welk onderwerp daarbij hoort. 
Daarna gaan we leren wat een voltooid deelwoord is en hoe we dit moeten schrijven.
Succes!
We gaan in deze les veel nieuwe dingen leren. Het geeft niet als je het na deze les nog heel moeilijk vindt! 

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen...
Wat zijn in deze tekst
zelfstandige naamwoorden met
het lidwoord?
Er zijn 3 antwoorden goed.
A
de klas
B
het lied
C
niemand
D
de tekst

Slide 3 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord zou jij invullen op de puntjes tussen 'een' en 'lied'?

Slide 4 - Open vraag

Duimelot is in het water gevallen
Wat is in deze zin de persoonsvorm?
(Weet je nog? Maak een vraag van deze zin. Het eerste woord is dan de persoonsvorm! Dus: Is Duimelotje in het water gevallen? Persoonsvorm is dus...?)

Slide 5 - Open vraag

Duimelot is in het water gevallen.
Wat is in deze zin het onderwerp?
(Tip: vraag: Wie is er in het water gevallen? Antwoord= het onderwerp)

Slide 6 - Open vraag

Likkepot heeft hem eruit gehaald.
Wat is hier de persoonsvorm?
(Tip: maak er een vraag van..! Eerste woord= de pv)

Slide 7 - Open vraag

Likkepot heeft hem eruit gehaald.
Wat is hier het onderwerp?
(Tip: Wie heeft hem eruit gehaald?)

Slide 8 - Open vraag

De regel bij het schrijven van het voltooid deelwoord is: Het is klaar, voltooid, dus voltooide tijd. Ik denk aan de categoriekaart.
Het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord horen bij de voltooide tijd. Het hulpwerkwoord staat samen met een ander werkwoord in de zin. Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat zegt dat iets voltooid is. Het staat altijd samen met een hulpwerkwoord in de zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe schrijf ik dan het voltooid deelwoord in een zin?
Dus voorbeelden van voltooid deelwoorden zijn dus:
geschreven, gelopen, gegeten, verveeld, begrepen, 
geoefend en nog veel meer. Alles wat dus al gebeurd is!

Slide 10 - Tekstslide

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Ik heb echt mijn best gedaan.
A
ik
B
heb
C
mijn best
D
gedaan

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
De kinderen hebben heerlijk buiten gespeeld.
A
de kinderen
B
hebben
C
heerlijk
D
gespeeld

Slide 12 - Quizvraag

nog eentje:
Wat is hier het voltooid deelwoord?
De klas heeft hard gewerkt.
A
de klas
B
heeft
C
gewerkt
D
hard

Slide 13 - Quizvraag

Dictee

Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf oefenen!

Slide 15 - Tekstslide

En nu ga je verder in je werkboek blz 22
  • opdracht 1: herkennen van hulpwerkwoord 
  • opdracht 2: hulpwerkwoorden en voltoodie deelwoorden invullen en bij elkaar zoeken
  • opdracht 3: Schrijf de persoonsvorm en het onderwerp op

Wil je nog even verder? Oefen dan bij opdracht 4 met bijvoeglijke naamwoorden. Let hierbij goed op de spelling.

Slide 16 - Tekstslide