Hoofdstuk 12.3 Serie- en parallelschakeling K4 les 3

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H12: Elektriciteit
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom kader 4!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

H12: Elektriciteit
Introductie
§ 12.1 Stroom en spanning
§ 12.2 Spanning transformeren

§ 12.3 Serie- en parallelschakeling
§ 12.4 Elektriciteit en veiligheid

Slide 5 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkcontrole

Maak opdrachten op de examensite

Slide 7 - Tekstslide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 8 - Woordweb

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen hoogspanning, netspanning en veilige spanning.
  2. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met: de netspanning in Nederland is 230 V/50 Hz.
  3. Je kunt uitleggen waarom veel apparaten een eigen adapter (netstekkervoeding) hebben.
  4. Je kunt beschrijven hoe een transformator energie opneemt, omzet en weer afstaat.
  5. Je kunt berekenen hoe een transformator de spanning transformeert.
  6. Je kunt berekeningen uitvoeren met het opgenomen en afgegeven vermogen van een (ideale) transformator.

Slide 9 - Tekstslide

T1: Een transformator heeft 10 windingen op de primaire spoel en 60 windingen op de secundaire spoel. De primaire spoel is aangesloten op een spanning van 20 V. Wat is de spanning die de secundaire spoel afgeeft?
A
120 V
B
3,33 V
C
30 V
D
60 V

Slide 10 - Quizvraag

T1: De prijs voor 1 kWh = €0,90.
Een wasmachine draait 45 minuten op 1400 W. Hoeveel kost deze wasbeurt een elektriciteit?
A
€ 5,67
B
€ 0,57
C
€ 945,-
D
€ 0,95

Slide 11 - Quizvraag

T2: Een transformator heeft n1=150 windingen en n2=350 windingen. De transformator is op de netspanning aangesloten. Het apparaat dat is aangesloten op de secundaire spoel vraagt 2 A aan stroom. Wat is het vermogen van dit apparaat?
A
197 W
B
460 W
C
1073 W
D
99 W

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen 12.3 Serie- en parallelschakeling
  1. Je kunt herkennen of schakelonderdelen in serie of parallel zijn geschakeld.
  2. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten parallel worden geschakeld.
  3. Je kunt de regels toepassen voor de spanning en stroomsterkte in een serieschakeling.
  4. Je kunt de regels toepassen voor de spanning en stroomsterkte in een parallelschakeling.
  5. Je kunt de vervangingsweerstand berekenen van een serie- en van een parallelschakeling.
  6. Je kunt de formules voor vermogen en energie toepassen in serie- en parallelschakelingen.

Slide 13 - Tekstslide

12.3 Serie- en parallelschakeling
Op de elektrische installatie van een auto is een groot aantal lampen aangesloten: koplampen, remlichten, achterlichten, knipperlichten, stadslichten, achteruitrijlichten, enzovoort. 

Zijn die lampen in serie of parallel geschakeld? 
En hoe weet je dat?

Slide 14 - Tekstslide

Twee soorten schakelingen
Serieschakeling:
Schakeling zonder vertakkingen, waarbij de stroom achtereenvolgens door elk onderdeel van de schakeling loopt.

Parallelschakeling:
Schakeling met vertakkingen, zodat elk onderdeel van de schakeling een eigen, aparte stroomkring heeft.
Elektrische apparaten worden altijd parallel aan elkaar geschakeld. 


Slide 15 - Tekstslide

De regels voor een serieschakeling
Dit zijn de regels voor een serieschakeling:
  1. De stroomsterkte in een serieschakeling is overal even groot.
  2. De spanning verdeelt zich in een serieschakeling over de verschillende schakelonderdelen. 
  3. Je berekent de totale weerstand (ook wel de vervangingsweerstand genoemd) door de afzonderlijke weerstanden bij elkaar op te tellen: Rv = R1 + R2. 
  4. stroomsterkte =    totale spanning
                                         vervangingsweerstand


Slide 16 - Tekstslide

De regels voor een serieschakeling

Slide 17 - Tekstslide

De regels voor een parallelschakeling
  • Bij een parallelschakeling verdeelt de stroom zich over verschillende stroomkringen.
  • In een parallelschakeling zijn alle onderdelen rechtstreeks aangesloten op dezelfde     bronspanning.
  • De stroom verdeelt zich in een parallelschakeling over de verschillende vertakkingen: 
  •  I tot= I1 + I2 + I3 enz.
  •  Je kunt deze vervangingsweerstand berekenen met de formule:
  •                     1                              =                  1                         +                     1                + ........
  • vervangingsweerstand             weerstand 1                        weerstand 2 

  • Let erop dat bij elke parallelschakeling Rv kleiner is dan R1 en ook kleiner dan R2, enzovoort.

Slide 18 - Tekstslide

De regels voor een parallelschakeling

Slide 19 - Tekstslide

Formules combineren
Vaak gebruik je formules over elektrische energie, 
zoals P = U ∙ I
 en 
E = P ∙ t in combinatie met de formules voor serie- en parallelschakelingen.

 Kijk eerst goed over welk onderdeel van de schakeling een opdracht gaat en zoek daarna de bijbehorende gegevens op. 

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 
12.3 Serie- en parallelschakeling1 t/m 12
Je mag samenwerken!

Slide 21 - Tekstslide

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 22 - Woordweb

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt herkennen of schakelonderdelen in serie of parallel zijn geschakeld.
  2. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten parallel worden geschakeld.
  3. Je kunt de regels toepassen voor de spanning en stroomsterkte in een serieschakeling.
  4. Je kunt de regels toepassen voor de spanning en stroomsterkte in een parallelschakeling.
  5. Je kunt de vervangingsweerstand berekenen van een serie- en van een parallelschakeling.
  6. Je kunt de formules voor vermogen en energie toepassen in serie- en parallelschakelingen.

Slide 24 - Tekstslide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 28 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 29 - Tekstslide