Les: Massa en volume

Hoofdstuk 2 stoffen
les3 Massa en volume
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 stoffen
les3 Massa en volume

Slide 1 - Tekstslide

Massa en volume
Het gebeurt regelmatig dat je een bepaalde oeveelheid van een stof nodig hebt niet meer niet minder 
in recepten staat bijvoorbeeld aangegeven hoeveel je van elke ingrediënt moet gebruiken 

Slide 2 - Tekstslide

Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.

Slide 3 - Tekstslide

Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
  • Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.

Slide 4 - Tekstslide

Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
  • Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
  • Voor vloeistoffen kun je beter een maatbeker of maatcilinder gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.

Slide 6 - Tekstslide

Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
  • Je meet de massa (m) in gram (g) of kilogram (kg).
  • 1 kg = 1000 g

Slide 7 - Tekstslide

Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

Slide 8 - Tekstslide

Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
  • Je meet het volume (V) in liter (L) of milliliter (mL).
  • 1 L = 1000 mL
  • 1 L = 1 dm3
  • 1 mL = 1 cm3

Slide 9 - Tekstslide

Massa en volume
Volume
Maatcilinders komen in verschillende maten voor.

Slide 10 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Of: V = l x b x h

Slide 11 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Of: V = l x b x h

Slide 12 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Of: V = l x b x h
V = l x b x h = 10 x 2 x 2 = 40 cm3

Slide 13 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
  • V = eindstand - beginstand

Slide 14 - Tekstslide

Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
  • V = eindstand - beginstand
V = eindstand - beginstand
    = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het volume van voorwerpen bepalen

Slide 17 - Tekstslide

Het volume van voorwerpen bepalen

Slide 18 - Tekstslide

Het volume van voorwerpen bepalen

Slide 19 - Tekstslide

AFSLUITING


  • Na het uitvoeren van het practicum 'Het volume van voorwerpen bepalen' ga je naar Magister.Me
  • Ga na BRONNEN en kies voor de OPDRACHT Massa en volume.
  • Download en maak de opdrachten.
  • Lever de opdrachten in via magister.Me
Massa en volume

Slide 20 - Tekstslide