Les 4: Massa en volume

• Exact
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H2 Stoffen

Stoffen in huis

2.3 Massa en volume

Deze les

• § 2.2 terugblik
• § 2.3 Massa en volume
• Maken § 2.3 opdr 1 t/m 15
• Toets bespreken

2.3 Massa en volume

Leerdoel

Ik kan bepalen wat de massa van een voorwerp is 

Ik kan bepalen wat het volume van een regelmatig en onregelmatig voorwerp is 

Een hoeveelheid stof afmeten

Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.

2.3 Massa en volume

Een hoeveelheid stof afmeten

Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.

• Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.

2.3 Massa en volume

Massa

Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.

2.3 Massa en volume

Massa

Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.

• Je meet de massa (m) in gram (g) of kilogram (kg).
• 1 kg = 1000 g

2.3 Massa en volume

Onderliggende leerdoel

Ik kan rekenen met massa eenheden.

2.3 Massa en volume

Onderliggende leerdoel

Ik kan rekenen met massa eenheden.

2.3 Massa en volume

Een hoeveelheid stof afmeten

Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.

• Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
• Voor vloeistoffen kun je beter een maatbeker of maatcilinder gebruiken.

2.3 Massa en volume

Volume

Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

2.3 Massa en volume

Volume

Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

• Je meet het volume (V) in liter (L) of milliliter (mL).
• 1 L = 1000 mL
• 1 L = 1 dm³
• 1 mL = 1 cm³

2.3 Massa en volume

Onderliggende leerdoel

Ik kan rekenen met volume eenheden.

2.3 Massa en volume

Onderliggende leerdoel

Ik kan rekenen met volume eenheden.

2.3 Massa en volume

Volume

Maatcilinders komen in verschillende maten voor.

2.3 Massa en volume

Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.

Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:

• Volume = lengte x breedte x hoogte
• Of: V = l x b x h

2.3 Massa en volume

Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.

Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:

• Volume = lengte x breedte x hoogte
• Of: V = l x b x h

2.3 Massa en volume

Het volume van regelmatige voorwerpen

Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.

Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:

• Volume = lengte x breedte x hoogte
• Of: V = l x b x h

V = l x b x h = 10 x 2 x 2 = 40 cm³

Let altijd op de eenheden!

2.3 Massa en volume

Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:

• V = eindstand - beginstand

2.3 Massa en volume

Het volume van onregelmatige voorwerpen

Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:

• V = eindstand - beginstand

V = eindstand - beginstand

    = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm³

2.3 Massa en volume

2.3 Massa en volume

Practicum

Het bepalen van volume en massa

2.3 Massa en volume

2.3 Massa en volume

Practicum

Werken met de onderdompelmethode

2.3 Massa en volume

cilinder

2.3 Massa en volume

Extra opgaven

Rekenen met volume

V = l x b x h

V = eindstand - beginstand

Stoffen in huis

2.3 Massa en volume

Deze les

• Lezen 2.3 Massa en volume
  
• maken 2.3 opdr 1 t/m 12 (boek Malmberg Nova)
• leren 2.1 Stoffen in huis
• leren 2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Stoffen in huis

2.3 Massa en volume

Deze les

• § 2.2 terugblik
• § 2.3 Massa en volume
• Maken § 2.3 opdr 1 t/m 15
• Toets bespreken