Thema 10 Les 3 hfstk 2 en 3 VI/ SQ

Thema 10 Proactief Beveiligen 
Hoofdstuk 2 en 3 Verdachte Indicatoren blz126
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 10 Proactief Beveiligen 
Hoofdstuk 2 en 3 Verdachte Indicatoren blz126

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 10 Proactief Beveiligen 
Doelstelling les
Terugblik vorige les
Voorkennis activeren.
Theoriegedeelte.
Zelfstandig werken.
Afronding les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel
  • Je weet welke normafwijkende indicatoren er zijn.
  • Je kunt het begrip verdachte indicator benoemen.
  • Je kunt benoemen wanneer iemand afwijkend gedrag vertoont aan de hand van een gegeven norm
  • Je weet wat Security Questioning (SQ) is en je kunt de doelen benoemen.
  • Je weet hoe een Security Questioning gesprek is opgebouwd en welke vragen je kunt stellen.
  • Je kunt beschrijven hoe je moet omgaan met verborgen indicatoren en wat een coverstory is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op Thema 10 Risico/Dreiging/Daders

Slide 4 - Tekstslide

Verdachte normafwijkende indicatoren:
afwijkend gedrag
afwijkend uiterlijk
afwijkende bezittingen
afwijkend verhaal
afwijkende documentatie
afwijkende situatie.

Security Questioning heeft een aantal kenmerken:
Er is een beperkte tijd.
Er is geen hiërarchische verhouding tussen de beveiliger en de persoon die hij vragen stelt.
SQ is flexibel en niet geautomatiseerd.
SQ is gedreven door de werkwijze van de tegenstander.


timer
2:00
noem de dadergroepen

Slide 5 - Woordweb

criminelen
medewerkers van de organisatie
bezoekers
vandalen
hackers
activisten
terroristen
verwarde personen.
timer
2:00
waar moet een proactief beveiliger aan voldoen ?

Slide 6 - Woordweb

Voorwaarden en competenties
Een goede proactieve beveiliger voldoet aan een aantal voorwaarden:
heeft locatiekennis
kan normaal en afwijkend onderscheiden
heeft kennis van mogelijke bedreigingen
heeft kennis van AMO
oriënteert zich op dreigingen.
Ook bezit de proactieve beveiliger een aantal competenties:
kan waarnemen en observeren
is besluitvaardig
is communicatief vaardig
heeft zelfvertrouwen.
 Verdachte Indicatoren hfst 2 Thema 10
blz 126 t/m 129

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdachte Indicatoren (VI)
Keuzedeel
Proactief
beveiligen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdachte indicatoren worden benoemd in de voorbereidende en uitvoerende AMO's.

Verdachte indicatoren kunnen bestaan uit:
  • Gedrag
  • Uiterlijk voorkomen (niet zijnde etnische afkomst)
  • Bezittingen
  • het verhaal dat iemand verteld
  • Documentatie
  • De situatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Om vast te kunnen stellen wat normaal is bij een te beschermen gebied verricht je eerst een:
A
Grootschalig enquête bij de omwonenden
B
Een 0-meting
C
Buurtonderzoek bij de politie
D
Gesprek met de wijkagent

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de norm op een NS station? Omschrijf dit zo gedetailleerd mogelijk

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdachte normafwijkende indicatoren
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3 SQ 
bladzijde 130

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van Security Questioning
Lees 3.2 blz 130-137 en maak de opdracht 1 t/m 5 in je boek of online.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdachte indicatoren (SV)
  1. Verdachte indicatoren zijn afwijkingen van een norm die kunnen worden gekoppeld aan een AMO.
  2. Gedrag noemen we normaal als dat op een bepaald moment past in de omgeving en daar als geldige norm wordt geaccepteerd.
  3. Verdachte normafwijkende indicatoren:
  4. afwijkend gedrag
  5. afwijkend uiterlijk
  6. afwijkende bezittingen
  7. afwijkend verhaal
  8. afwijkende documentatie
  9. afwijkende situatie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SQ ( samenvatting deel1)
Als je een verdachte indicator hebt waargenomen die je kunt koppelen aan een AMO, ga je vragen stellen (SQ).
Op basis van de antwoorden beslis je of er sprake is van een dreiging.
Doelen van Security Questioning
Het belangrijkste doel van SQ is door vragen te stellen een verklaring vinden voor een VI.
Kenmerken SQ
- Er is een beperkte tijd.
- Er is geen hiërarchische verhouding tussen de beveiliger en de persoon die hij vragen stelt.
- SQ is flexibel en niet geautomatiseerd.
- SQ is gedreven door de werkwijze van de tegenstander.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SQ ( samenvatting deel2)
SQ kent vier stappen:
1.opdoen eerste indruk
2.contact maken met de persoon
3.gesprek voeren
4.gesprek afsluiten.

De uitkomst van SQ kan zijn:
Je hebt een verklaring gekregen voor de verdachte indicatoren; de dreiging is ontkracht.
Je hebt geen verklaring gekregen voor de verdachte indicatoren; er is een dreiging.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SQ ( samenvatting deel3)
Vragen stellen
Bij SQ stel je iemand vragen. Meestal zijn dat open vragen of gesloten vragen.
Iemand met een cover en een coverstory liegt. Liegen is moeilijk te zien, maar kun je wel vaak herkennen aan antwoorden en bepaalde signalen.

De coverstory
Een cover is een dekmantel.
Een coverstory is het verhaal/de verklaring waarmee iemand denkt jou van de cover te kunnen overtuigen.
Het is de taak van een beveiliger om de cover en de coverstory te herkennen en te doorbreken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding les
Doelstelling bereikt ?
Huiswerk: lees de samenvatting door 
Volgende les gaat over AMO en SOP
Feedback docent/les


Bronnen: beroepsonderwijs@boom.nl en www.preventional.nl

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies