Een leerling doet een gedragsonderzoek bij kippen. Hij maakt gedurende tien minuten een protocol van de handelingen van de vier hennen P, Q, R en S. Hij noteert de volgende resultaten.
P: Loopt rond - pikt Q - drinkt - pikt R - pikt voedsel - wacht.
Q: Loopt rond - wacht - pikt voedsel - wacht - drinkt - loopt rond.
R: Wacht - loopt rond - pikt Q - pikt voedsel - loopt rond.
S: Loopt rond - pikt voedsel - pikt P - wacht - pikt Q.
Welke hen is het meest dominant? En welke hen is het minst dominant?