In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 1.2 Prikkels
Neem de slides goed door, bekijk de filmpjes en maak daarna de vragen om te kijken of je het snapt.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
interne prikkel: honger
externe prikkel:
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ontstaat gedrag?
Prikkels leiden tot motivatie.
Als drempelwaarde bereikt wordt volgt een respons.
Slide 6 - Tekstslide
kortom:
* Prikkel en motivatie leidt tot gedrag.
* Maar alléén als de motivatie groot genoeg is.
* De drempelwaarde moet eerst bereikt worden, dan volgt pas een respons.
* Respons = de reactie op een prikkel.
Bestudeer bron 8 op blz. 19.
Slide 7 - Tekstslide
Kijken
Zoek in de TED talk van Frans de Waal (moral behavior in animals, volgende slide) naar het stukje over samenwerkende apen en motivatie: ongeveer van 3.10'tot 5.05'
Slide 8 - Tekstslide
https:
Slide 9 - Link
Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Gedragsonderzoek (ethologie) heeft opgeleverd dat bepaalde prikkels altijd hetzelfde bepaald gedrag opwekken. Zo'n prikkel wordt een sleutelprikkel genoemd. De motivatie voor bepaald gedrag is bij die specifieke prikkel hoger dan bij een prikkel die een bepaald kenmerk mist. Voor kuikens van meeuwen is een rode vlek op een snavel een sleutelprikkel.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Bij supranormale of supernormale prikkels wordt met behulp van een kunstmatige prikkel ditzelfde gedrag versterkt opgeroepen. Deze prikkel is dus effectiever dan de normale sleutelprikkel, zoals te zien is in het volgende filmpje en te zien is in het diagram van de zilvermeeuw
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Supernormale prikkel
In het diagram zie je dat het zilvermeeuwjong een aantal keren pikt tegen de rode stip op de snavel van de ouder. Dit is op 100% gesteld (1e staaf).
In een experiment is gekeken hoe vaak een jong pikt tegen alleen een snavel met stip, tegen een snavel zonder stip en tegen een overdreven groot rood oppervlak. In de laatste staaf zie je dan ook dat er extra vaak (meer dan normaal) gepikt wordt: supernormale prikkel
Slide 17 - Tekstslide
https:
Slide 18 - Link
Gedrag wordt veroorzaakt door?
timer
0:10
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
zowel inwendige als uitwendige prikkels
Slide 19 - Quizvraag
De sleutelprikkel bij de stekelbaars is
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik
Slide 20 - Quizvraag
Wat zie je in de afbeelding?
A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel
Slide 21 - Quizvraag
Er zijn haaiensoorten die altijd agressief gedrag vertonen als ze bloed in het water waarnemen. Wat is bloed voor deze haaien op dat moment?
A
een inwendige prikkel
B
een respons
C
een sleutelprikkel
D
een supranormale prikkel
Slide 22 - Quizvraag
Wanneer jonge pimpelmezen een wormpje zien sperren ze gelijk hun bekjes open. Wat voor prikkel is dit?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Reflex
Slide 23 - Quizvraag
Om gedrag uit te voeren heeft een dier prikkels nodig. Dit kunnen inwendige prikkels zijn of uitwendige. Wat is een INWENDIGE prikkel?
timer
0:10
A
Nest maken voor jongen op komst
B
Een muis ziet een kat
Slide 24 - Quizvraag
Wanneer wordt bepaald gedrag getoond?
A
Als prikkels boven de drempelwaarde uit komen
B
Bij een sterkte discipline
C
Bij gebrek aan motivatie
D
Als prikkels onder de drempelwaarde blijven
Slide 25 - Quizvraag
Doen:
Lees par. 1.2 en maak vr 1 tm 12. Dit mag ook via Nectar online