Revision Grammaire U1

Pak je laptop en log in LessenUp !
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Pak je laptop en log in LessenUp !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
Reviser la grammaire de l'unité 1 :
  • Le verbe être
  • lidwoorden
  • Il/Elle, Ils/Elles 
 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in :
......... sommes à la piscine.
A
Ils
B
Nous
C
Vous
D
Elles

Slide 4 - Quizvraag

(Vervang de namen met persoonlijk voornaamwoord)
Lisa en Anna zijn.... :
A
Nous sommes
B
Vous êtes
C
Ils sont
D
Elles sont

Slide 5 - Quizvraag

(Vervang de namen met persoonlijk voornaamwoord)
Luc en Lucy zijn.... :
A
Nous sommes
B
Vous êtes
C
Ils sont
D
Elles sont

Slide 6 - Quizvraag

( Wij zijn) dans le métro.
A
Vous êtes dans le métro.
B
Ils sont dans le métro
C
Nous sommes dans le métro.
D
Elles sont dans le métro

Slide 7 - Quizvraag

(Jij bent) sportif.
A
Je suis sportif.
B
Il est sportif.
C
Tu es sportif.
D
Tu est sportif

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat zijn de bepaalde lidwoorden in het Frans?

Slide 10 - Open vraag

Wat zijn de onbepaalde lidwoorden in het Frans?

Slide 11 - Open vraag

Zet in het meervoud:
l'arbre
A
l'arbres
B
les arbres
C
les arbre

Slide 12 - Quizvraag

Zet in het meervoud:
la piscine
A
les piscine
B
les piscines
C
la piscines

Slide 13 - Quizvraag

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 16 - Quizvraag

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 17 - Quizvraag

Verander het lidwoord in le/la/les:
un problème
A
le problème
B
la problème
C
les problèmes

Slide 18 - Quizvraag

Verander het lidwoord in le/la/les:
des chats
A
le chats
B
les chats
C
la chats

Slide 19 - Quizvraag

Vervang het onderwerp door Il, Elle, Ils, Elles.
Les garçons jouent au football.
A
Elle jouent
B
Elles jouent
C
Il jouent
D
Ils jouent

Slide 20 - Quizvraag

Vervang het onderwerp door Il, Elle, Ils, Elles:
Le chien dort dans le jardin
A
Elle dort
B
Il dort
C
Ils dort
D
Elles dort

Slide 21 - Quizvraag

Vervang het onderwerp door Il, Elle, Ils, Elles:
Sophie et Laura regardent un film
A
Ils regardent
B
Elle regardent
C
Il regardent
D
Elles regardent

Slide 22 - Quizvraag

Vervang het onderwerp door Il, Elle, Ils, Elles:
Lisa fait ses devoirs.
A
Elle fait
B
Il fait
C
Elles fait
D
Ils fait

Slide 23 - Quizvraag

Fin du cours
Merci !!
Et à la prochaine fois!!

Slide 24 - Tekstslide