1.2 De tijd van de wereldoorlogen

De industriële samenleving in Nederland
De tijd van de wereldoorlogen              2oe eeuw: 1900 tot 1950




1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving in Nederland
De tijd van de wereldoorlogen              2oe eeuw: 1900 tot 1950




Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij de volgende omschrijving:

'de uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken.'

A
Kapitalisme
B
Industrialisatie
C
Huisnijverheid
D
Textielindustrie

Slide 2 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de volgende omschrijving:

'het vervangen van handarbeid door machines'
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Mechanisatie
D
Huisnijverheid

Slide 3 - Quizvraag

In de tijd van burgers en stoommachines ontstonden grote industriesteden. Welk begrip hoort daarbij?
A
Urbanisatie
B
Kapitaliseren
C
Verstedelijking
D
Staatsvorming

Slide 4 - Quizvraag

Huiswerk van 1.1

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen 1.2
Aan het einde van de les: 
  • Kan je uitleggen waarom Nederland aan het begin van de 20e eeuw belangrijk was voor de wereldeconomie.
  • Kan je kenmerken benoemen van de periode van groei in welvaart in de jaren 1919-1929.
  • Kan je de gevolgen van de economische wereldcrisis voor de Nederlandse samenleving benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'wereldeconomie'?

Slide 7 - Open vraag

De bloeiende wereldeconomie 
Alle westerse landen hadden een industriële samenleving aan het begin van de tijd van wereldoorlogen. Er ontstond een wereldeconomie: alle landen zijn door handel economisch afhankelijk van elkaar

Nederland werd belangrijk:
  • Gunstige ligging en 
  • Goede verbindingen door bijvoorbeeld luchthaven Schiphol. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De bloeiende wereldeconomie 
Koninklijke Shell werd een multinational: een bedrijf met vestigingen in meerdere landen. Ook Philips en Unilever werden multinationals.

In de jaren 1919-1929 was er nauwelijks werkloosheid. 

  • De lonen stegen 
  • de welvaart groeide.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Voorspoed in de jaren twintig
Er ontstond een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin veel producten worden gekocht.

  • Nieuwe uitvindingen maakten het leven aangenamer en gemakkelijker.
  • Voor het eerst in de geschiedenis konden minder rijke mensen luxe goederen betalen (Oorzaak: Massaproductie) 
  • De bevolking groeide en er verrezen nieuwe woonwijken aan de randen van oude binnensteden.

Slide 15 - Tekstslide

De roaring twenties: Life is good!
In hun vrije tijd gingen mensen naar de film of naar sportwedstrijden. 

Roaring twenties: een vrolijke periode vol nieuwe populaire vormen van amusement, zoals jazzmuziek, bioscopen en danszalen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Crisis in Nederland
In oktober 1929 brak een grote wereldwijde economische crisis uit die duurde tot het einde van de jaren '30. De werkloosheid in Nederland steeg van vrijwel niets in 1929 naar bijna 600 000 in 1935.

Economische crisis: lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid.





Slide 18 - Tekstslide

Een werkloze man in Deventer (1937)

Slide 19 - Tekstslide

Crisis in Nederland
De Nederlandse regering nam maatregelen om de werkloosheid tegen te gaan. Zo werden projecten opgezet waar werklozen moesten werken. 

  • Kanalen werden uitgegraven voor de binnenvaart
  • Hele veengebieden ontgonnen om bewoon- bewerkbaar te maken. 



Werkverschaffing: leveren van werk aan werklozen.






Artikel 19 van de grondwet

Slide 20 - Tekstslide

Crisis in Nederland
Werklozen moesten twee keer per dag ('s ochtends en 's middags) bij het plaatselijke stempellokaal een stempel halen. Op deze manier kwamen de werkelozen in aanmerking voor uitkering van de overheid.

Stempelen: systeem met stempelkaarten voor werklozen.
Uitkering: geld dat iemand krijgt bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid.




Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen 1.2
Aan het einde van de les: 
  • Kan je uitleggen waarom Nederland aan het begin van de 20e eeuw belangrijk was voor de wereldeconomie.
  • Kan je kenmerken benoemen van de periode van groei in welvaart in de jaren 1919-1929.
  • Kan je de gevolgen van de economische wereldcrisis voor de Nederlandse samenleving benoemen.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten bij:
  • 1.2 de tijd van de wereldoorlogen. 


Slide 23 - Tekstslide