In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
4.2 Op het domein
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe de agrarische samenleving (ten tijde van de Franken) georganiseerd was.
Slide 2 - Tekstslide
Lees de tekst 'Economische achteruitgang en onveiligheid' van par. 4.2
Slide 3 - Tekstslide
'Al in de laat-Romeinse tijd ging het niet goed met de economie. De landbouwproductie daalde.'
Noem tenminste 4 gevolgen van dit probleem:
Slide 4 - Open vraag
Geef de definitie van het begrip agrarisch-urbane samenleving. Gebruik hiervoor de begrippenlijst:
Slide 5 - Open vraag
Geef de definitie van het begrip agrarische samenleving. Gebruik hiervoor de tekst:
Slide 6 - Open vraag
Lees de tekst 'Het domein' van par. 4.2
Slide 7 - Tekstslide
Noem één overeenkomst en één verschil tussen de slaven uit de Oudheid en de horigen uit de Middeleeuwen:
Slide 8 - Open vraag
Noem twee manieren waarop mensen horigen konden worden:
Slide 9 - Open vraag
Kijk naar bron 13: leg uit waaraan je kunt zien dat de boeren in deze bron horigen zijn
Slide 10 - Open vraag
Geef de definitie van de begrippen domein, hofstelsel, horigen, horigheid en zelfvoorzienend. Gebruik hiervoor de begrippenlijst:
Slide 11 - Open vraag
Lees de tekst 'Meer dan een eigenaar van de grond' van par. 4.2
Slide 12 - Tekstslide
Bedenk twee redenen waarom een heer rondtrok tussen zijn domeinen en niet voedsel en andere goederen van elk van zijn domeinen naar een vaste plaats liet brengen.
Slide 13 - Open vraag
Leg uit waarom de heer van het domein veel meer macht had over zijn horigen dan in onze tijd een fabrieksbaas over zijn arbeiders
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Beschrijf in eigen woorden wat de standenmaatschappij is (min. 30 woorden):
Slide 16 - Open vraag
Beschrijf welke taken God aan de verschillende standen had gegeven:
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Leg uit waarom er overal in het land agrarische domeinen ontstaan
Slide 19 - Open vraag
Leg in eigen woorden uit wat het drieslagstelsel is (min. 30 woorden)
Slide 20 - Open vraag
Wat maakten ze op de Veluwe en wat zien we daar vandaag de dag nog van terug?
Slide 21 - Open vraag
https:
Slide 22 - Link
Uit welke plaatsen zijn de munten die in Drenthe gevonden zijn afkomstig?
Slide 23 - Open vraag
Wat is de (vroegere) waarde van de munten? Wat konden de landarbeiders bijvoorbeeld er van kopen?
Slide 24 - Open vraag
Leg uit wat de vondst mogelijk verandert aan de geschiedenis? (min. 30 woorden)
Slide 25 - Open vraag
De muntschat hoeft niet per se te bewijzen dat er handel bestond met verre landen. Bedenk een andere verklaring voor de aanwezigheid van de muntschat in de Drentse bodem.
Slide 26 - Open vraag
Je bent klaar met de LessonUp. Keer terug naar het klaslokaal :)