Week 3 Engels

Week 3 Engels
Thema: Schrijven
-> Het examen
-> Inzoomen: Grammaticale correctheid 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Week 3 Engels
Thema: Schrijven
-> Het examen
-> Inzoomen: Grammaticale correctheid 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Beoordeling 
-> Samenhang
-> Bereik/Beheersing Woordenschat 
-> Grammaticale Correctheid 
-> Spelling, Interpunctie en Lay-out
-> Afstemming Taalgebruik op Doel en Publiek 

Slide 4 - Tekstslide

Inzoomen: Grammaticale Correctheid 
1. De woordvolgorde is correct bij eenvoudige
hoofdzinnen. 
(bijv. The house is big. Where are you? He is not at home.) 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inzoomen: Grammaticale Correctheid 
2. De werkwoordsvormen zijn meestal correct bij
eenvoudige werkwoorden (bijv. to have, to be, to
work).


-> Lijst Irregular Verbs 

Slide 7 - Tekstslide

Inzoomen: Grammaticale Correctheid 
3. De werkwoordstijden (bijv. present simple, past simple, future simple) zijn soms correct.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Practice makes perfect 

Slide 12 - Tekstslide

Welke zinnen zijn fout? Waarom? 


1. Remember before you leave to lock the doors.
2. Tell me now all about your first day at work.
3. Please clean the new machine as soon as possible.
4. The meeting will be at four o’clock in room 21.
5. The team manager will be back tomorrow.


Slide 13 - Tekstslide

Zet de onstaande woorden in de juiste volgorde. 
1. yet-boss-my-the office-in-is not
2. with-is going to- those boxes-me-she-help-later today
3. received-packages-we-this morning-a few
4. first-the instructions-always-should-read-you
5. the dishes-wash-Marissa-me-told-to

Slide 14 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord in de zin

1. He (to do)___________________________ his best yesterday.
2. I (to see)____________________________ the queen last night!
3. He (to begin)_________________________ at eight o’clock.
4. We (to have)_________________________ to go.
5. My grandma (to come)________________ last Monday

Slide 15 - Tekstslide