Goed gebekt deel 1, taak 20

Goed gebekt deel 1, taak 20
Wat betekenen de moeilijke woorden?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goed gebekt deel 1, taak 20
Wat betekenen de moeilijke woorden?

Slide 1 - Tekstslide

Je moet echt wat meer initatief tonen
A
uitstraling hebben
B
blijdschap uiten
C
een eerste aanzet geven
D
tevreden zijn

Slide 2 - Quizvraag

Ik zal die pagina's eerst perforeren
A
kritisch bekijken
B
van gaatjes voorzien
C
kopiëren

Slide 3 - Quizvraag

Je moet je mening wel ergens op baseren
A
toelichten
B
aan koppelen
C
op funderen

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben principieel tegen roken
A
uit overtuiging
B
meestal
C
bij voorbaat
D
altijd

Slide 5 - Quizvraag

Dat is geen kunst, dat is kitsch
A
makkelijk
B
bijzonder
C
namaak

Slide 6 - Quizvraag

Synoniemen
Wat is de betekenis van het moeilijke woord?

Slide 7 - Tekstslide

Dit is conform de richtlijnen voor de horeca
A
overeenkomstig
B
gelijk
C
via

Slide 8 - Quizvraag

Die oude mensen zijn erg conservatief
A
doorzichtig
B
onverdraagzaam
C
behoudend

Slide 9 - Quizvraag

Je moet niet zo intolerant zijn
A
moeilijk
B
onverdraagzaam
C
behoudend

Slide 10 - Quizvraag

Die adviseur is heel competent
A
bekwaam
B
handig
C
flexibel

Slide 11 - Quizvraag

Dat papier is transparant
A
van slechte kwaliteit
B
doorzichtig
C
stevig

Slide 12 - Quizvraag

Uitdrukkingen/gezegdes
Vul aan met het juiste werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Om de hete brij heen .....
A
draaien
B
lopen
C
gaan

Slide 14 - Quizvraag

Ergens oog voor .....
A
houden
B
zien
C
hebben

Slide 15 - Quizvraag

Iets van de hand .....
A
gooien
B
wijzen
C
laten vallen

Slide 16 - Quizvraag

Op twee gedachten .....
A
zitten
B
vallen
C
hinken

Slide 17 - Quizvraag

Iets met lede ogen .....
A
aankijken
B
aanzien
C
aansteken

Slide 18 - Quizvraag