Epistula 6.16 18-21

grammatica-vragen r. 14-16
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

grammatica-vragen r. 14-16

Slide 1 - Tekstslide

r. 18-21 zijn eigenlijk twee zinnen
- hoofdzin + bijzin: Nubes oriebatur, cuius similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus expresserit.

- 'tussenzinnen' die extra info geven:
incertum procul intuentibus, ex quo monte (Vesuvium fuisse postea cognitum est)


Slide 2 - Tekstslide

de tussenzinnen
Bestaan uit de volgende structuur:
Hoofdzinincertum [erat procul] intuentibus, 
Bijzin: ex quo monte 
Tussenzin met extra info: Vesuvium fuisse postea cognitum est


Slide 3 - Tekstslide

incertum [erat] procul intuentibus
Welke naamval en functie heeft incertum?
A
nom- onderwerp
B
nom - nd
C
acc - LV
D
acc - BwB

Slide 4 - Quizvraag

intuentibus is gesubstantiveerd ptc.
Weet je nog wat dat is?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

In welke naamval staat intuentibus?
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 6 - Quizvraag

Vesuvium fuisse postea cognitum est
In welke tijd staat cognitum est?

Slide 7 - Open vraag

Vesuvium fuisse is een ACI
In welke tijd staat fuisse?

Slide 8 - Open vraag

Vesuvium fuisse is een ACI
Van welk werkwoord komt fuisse?

Slide 9 - Open vraag

Hoofd- + bijzin
Nubes oriebatur
cuius similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus expresserit.

Slide 10 - Tekstslide

Nubes oriebatur
In welke tijd staat oriebatur?

Slide 11 - Open vraag

Nubes oriebatur
In welke naamval staat Nubes?
Noteer de afkorting van de naamval.

Slide 12 - Open vraag

Hoofd- + bijzin
Nubes oriebatur
cuius similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus expresserit.

Slide 13 - Tekstslide

cuius t/m expresserit
Van welk woord komt cuius?

Slide 14 - Open vraag

cuius t/m expresserit
Wat is het antecedent van cuius?

Slide 15 - Open vraag

cuius t/m expresserit
Welke naamval en functie heeft cuius?
A
nom- onderwerp
B
nom- nd
C
gen -bvb
D
dat - MV

Slide 16 - Quizvraag

cuius t/m expresserit
Bij welk woord/woordengroep is cuius een bvb?
A
het ingesloten onderwerp
B
nubes
C
similitudinem
D
similitudinem et formam

Slide 17 - Quizvraag

Welke functie heeft de woordgroep similitudinem et formam?
Noteer de afkorting.

Slide 18 - Open vraag

Welke functie heeft de woordgroep similitudinem et formam?
Noteer de afkorting.

Slide 19 - Open vraag

non alia magis arbor quam pinus
deze woordgroep is het onderwerp.
Aan welk woord kun je zien dat arbor vrouwelijk is?

Slide 20 - Open vraag

expresserit: dit is een coniunctivus potentialis, van welke tijd?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plq perfectum

Slide 21 - Quizvraag