Periode 2 - week 8: Voorbereiding voor de toets

Herhaling voor de toets
Periode 2 - week 8
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling voor de toets
Periode 2 - week 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij bent voorbereid voor de toets!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgen zorgvragers steunkousen?
A
Voeren druk op de slagaderen
B
Voeren druk uit op de oppervlakkige veneuze bloed
C
Voeren druk uit op de aderen
D
Voeren druk uit op de diepgelegen veneuze bloed

Slide 3 - Quizvraag

Elastische kousen oefenen druk uit op de oppervlakkige veneuze bloedvaten waardoor het veneuze bloed via het oppervlakkige en diepere veneuze systeem afgevoerd wordt naar het hart. 
Wat valt onder decubituspreventie?
A
Eiwitten eten
B
Veel drinken
C
Een decubitusscorelijst bijhouden

Slide 4 - Quizvraag

Signaleren is een belangrijke preventieve maatregel bij decubitus. Hoe sneller de kans op decubitus duidelijk is, hoe groter de kans op het voorkomen ervan. Een hulpmiddel hierbij is een digitale risicoscorelijst decubitus. Deze digitale lijst maakt deel uit van het EPD. Met deze lijst breng je in kaart of de zorgvrager risico loopt om decubitus te ontwikkelen.

De decubitusscorelijst gebruik je: tijdens het opnamegesprek met de zorgvrager; wanneer de zorgvrager langer in bed ligt en afhankelijk wordt van de rolstoel; wanneer de situatie van de zorgvrager verbetert of verslechtert.

Informeren is een tweede belangrijke preventieve maatregel. 
Als de zorgvrager en mantelzorgers goed geïnformeerd zijn over het gevaar van decubitus, dan kunnen zij meedenken en een positieve bijdrage leveren aan het voorkomen van decubitus.
Semi-Fowlerhouding
Zijligging
Wisselligging 
Welke hulpmiddelen ken je bij het aantrekken van steunkousen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ander woord voor spataderen
A
Trombus
B
Angina Pectoris
C
Varices
D
ACT

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer krijgen zorgvragers steunkousen?
A
Hartfalen
B
Moeilijk kunnen lopen
C
Flebitis
D
Vocht in de benen

Slide 7 - Quizvraag

Flebitis = ontsteking ader

Welke bedrustcomplicaties zijn er?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicatie van de bloedsomloop
A
Flauwvallen
B
Trombose
C
Longembolie
D
Alle bovenstaand zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij het aantrekken van steunkousen?
A
Ergonomie
B
Blauwe plekken
C
Wonden
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

De kousen worden speciaal aangemeten en moeten strak zitten. Na gewenning moeten ze redelijk comfortabel zitten. Het aantrekken en uittrekken van therapeutisch elastische kousen is erg belastend. Er worden steeds meer hulpmiddelen ontwikkeld om steunkousen aan te doen, zodat de zorgvrager minder afhankelijk is van een ander bij het aantrekken en uittrekken van de kousen.
Voor jou als verpleegkundige is het belangrijk dat je ergonomisch werkt als je de kousen bij de zorgvrager aantrekt. Een veelgebruikt hulpmiddel is een aantreksok. Een goede werkhouding is: ga op een kruk voor de zorgvrager zitten, met een rechte rug. Doe huishoudhandschoenen aan voor meer grip op de kousen en minder belasting van de vingers.
Wat zijn contracturen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een zorgvrager veel op zijn rug ligt, worden de volgende plaatsen het meest bedreigd:
A
Hielen, schouderbladen, wervelkolom
B
Bekkenrand, knieën, oorschelp
C
Schouderbladen, wervelkolom, zijkanten voeten

Slide 12 - Quizvraag

Als een zorgvrager veel op zijn rug ligt, worden de volgende plaatsen het meest bedreigd:
  • achterhoofd;
  • schouderbladen;
  • ellebogen
  • wervelkolom;
  • stuit (75% van de decubitusgevallen);
  • hielen.
Bij buikligging zijn de bedreigde plaatsen:
  • oorschelpen;
  • ribbenkast;
  • borsten (bij vrouwen);
  • genitaliën (bij mannen);
  • bekkenrand;
  • knieën;
  • scheenbeenderen;
  • wreef van de voeten;
  • tenen.
Bij zijligging zijn de bedreigde plaatsen:
  • oren;
  • schouders;
  • ellebogen;
  • heupen;
  • binnen- en buitenkant van de knieën;
  • zijkanten van de voeten;
  • enkels.
Bij een zittende houding zijn de bedreigde plaatsen:
  • billen ter hoogte van de zitbeenderen;
  • stuit;
  • hielen en ellebogen (als de zorgvrager een zittende houding in bed heeft).
Benoem complicaties van het psychosociaal functioneren bij zorgvragers die een langere tijd in een instelling verblijven

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je twijfelt of iemand een trombosebeen heeft?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij trombose komt het bloed het been wel in maar niet uit
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 15 - Quizvraag

immers, het bloed komt wel het been in (via de slagader) maar kan er niet goed meer uit (door de opstopping in de hoofdader).
Orthostatische hypotensie is wanneer iemand zich misselijk voelt na het defeceren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Het is als je flauwvalt bij het opstaan. Dit komt door een te lage bloeddruk in de hersenen.
Hoe zorg je er voor dat een zorgvrager niet flauwvalt tijdens het opstaan, na een lange tijd in bed?
A
Op zijn zij laten liggen
B
Op de bedrand laten zitten
C
De benen op en neer laten bewegen in bed

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afkorting van DVT

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem uitwendige factoren voor decubitus

Slide 19 - Woordweb

* Druk wrijf of schuifkracht
* Oneffenheden op of in de onderlaag zoals kruimels of plooien
* Knellende verbanden
Wat is een longembolie?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de risicofactoren voor decubitus

Slide 21 - Woordweb

* Beschadiging van buitenaf
* Ondervoeding 
* Inwerking van vocht op de huid (incontinentie en transpriatie)
* Sommige medicatie slaapmiddelen en corticosteroïde
Ander woord voor bloedprop
A
Trombus
B
Stolsel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

acute benauwdheid is een symptoom van:
A
Trombose
B
DVT
C
Longembolie
D
Pneumonie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Spieratrofie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem inwendige factoren voor decubitus

Slide 25 - Woordweb

* Voedingstoestand en conditie
* Weefselvolume
* Zuurstof voorziening van de weefsels.
* Koorts
* Anemie
* Vaatvernauwing
* Diabetes mellitus
Hoe kun je urineren bevorderen en steenvorming voorkomen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een ander woord voor smetten
A
fissuur
B
maceratie
C
intertrigo
D
erosie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke graad decubitus zie je op de tweede foto van links?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heel veel succes volgende week!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies