In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
COMMUNICATIE JAAR 1
BLOK 3
LES 2
Slide 1 - Tekstslide
BLOK 3
* Podcast maken
* Gesprekken voeren
* Vakteksten lezen
* Schrijven
Slide 2 - Tekstslide
BLOK 3
* En natuurlijk, monologen...
Slide 3 - Tekstslide
VANDAAG
* Vorige week
* Argumenteren en redeneren
Slide 4 - Tekstslide
VORIGE WEEK
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
DE ROOS VAN LEARY
* Dominantie (verticaal, boven-onder), wie is de baas?
roept een tegengestelde reactie op
* Relatie (horizontaal, samen-tegen), met of tegen elkaar?
roept een gelijksoortige reactie op
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
ARGUMENTATIE
Slide 11 - Woordweb
TERMEN
Standpunt: de positie die je inneemt ten opzichte van een stelling; de uitspraak waarvan je de juistheid/onjuistheid wil aantonen. Brengt een oordeel tot uitdrukking.
Slide 12 - Tekstslide
TERMEN
Argument: ondersteuning van een standpunt met als doel overtuigen.
Slide 13 - Tekstslide
TERMEN
Redenering: verband tussen argument en standpunt. Kan geldig of ongeldig zijn.
Slide 14 - Tekstslide
ANTWOORD IN 5 SEC.
Een honkbalknuppel en bal kosten samen $1,10.
De knuppel kost $1,- meer dan de bal.
Hoe duur is de bal?
Slide 15 - Tekstslide
VOORBEELD
Alle rozen zijn bloemen.
Sommige bloemen verwelken snel.
Dus: sommige rozen verwelken snel.
Slide 16 - Tekstslide
VOORBEELD
De dokter zegt: “Als je mijn medicijn slikt, dan word je beter.”
Een week later kom je de dokter tegen bij de supermarkt.
De dokter kijkt je aan en concludeert: “Je ziet er goed uit. Je hebt dus mijn medicijn geslikt.”
Slide 17 - Tekstslide
VOORBEELD
Als mijn tracks goed zijn, dan krijg ik een deal bij een label.