p4 cohort 24 pv

p4 cohort 24 pv
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

p4 cohort 24 pv

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hartfrequentie meet je aan de pinkzijde bij de pols.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je de "pols telt" krijg je informatie over de hartfunctie en circulatie.
welke van de onderstaande informatie meet je?
A
de frequentie van de hartslag, het aantal slagen per minuut
B
de regelmaat van de hartslag, regulair of irregulair
C
de gelijkmatigheid en kracht van de hartslag
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

  • De frequentie van de hartslag (het aantal slagen per minuut)
  • De regelmaat van de hartslag (regulair of irregulair)
  • De gelijkmatigheid van de hartslag (elke hartslag gevuld met een zelfde hoeveelheid bloed)
  • De kracht van de hartslag

de pols meet je
A
onder de pink
B
onder de duim

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden vitale functies doorgaans beoordeeld?
A
Bewustzijn observeren
B
Lichaamstemperatuur meten
C
Ademhaling observeren Hartslag meten
D
Alle bovenstaande

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je de ademhaling van een volwassenen?
A
Ademhaling gedurende 30 seconde x 4
B
Ademhaling gedurende 20 seconde x 2
C
Ademhaling gedurende 30 seconde x 2
D
Ademhaling gedurende 15 seconde x 4

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

stemmingsveranderingen waar duidt dit op
A
Dat er hormonen hun werk doen
B
dat ze iets ernstigs hebben mee gemaakt
C
Het kan duiden op een probleem
D
niks

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingsveranderingen
Emoties kunnen veranderen
Denk ook aan mensen met dementie, na een CVA etc. 
Hoe kun je omgaan met een cliënt met stemmingswisselingen? 
Opdracht 73

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties bedrust en inactiviteit
  • Pneumonie: longontsteking
  • Obstipatie
  •  Trombose
  • Decubitus en smetten (intertrigo)
  •  Contracturen en spieratrofie
  • Osteoporose/ botontkalking

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke bed complicaties kunnen er optreden bij inactiviteit

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaken obstipatie

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Obstipatie

Harde droge ontlasting die bijna niet kan worden uitgescheiden.

Mogelijke oorzaken:

  • Weinig drinken;
  • Te weinig vezelrijke voeding;
  • Weinig bewegen;
  • Medicatie;
  • Aambeien;
  • Te lang ophouden van ontlasting.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obstipatie voorkomen

  • Gezond voedingspatroon
  • Veel drinken
  • Regelmatig bewegen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je beginnende decubitus?
A
blaasjes op de huid
B
rode plekjes op de huid
C
rode huid is niet weg druk baar
D
Het opperste velletje is eraf.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet wegdrukbare roodheid
Kan al binnen 4 uur ontstaan


Dus let op met de vouwen in een bedlaken, schoenen die knel zitten, te lang op 1 kant liggen in bed (client) etc. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedcomplicaties kun je voorkomen door het bed kreukvrij op te maken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is trombose?
A
Bloedarmoede
B
te dun bloed hebben
C
bloedpropjes in de aders
D
te wijde bloedaders

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is decubitus?
A
een beschadiging van de huid die ontstaat door langdurige druk
B
een beschadiging van de huid die ontstaat door schuifkracht
C
een beschadiging van de huid die ontstaat door druk- EN schuifkracht

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bristolschaal 
De Bristol Stoelgangschaal is een kaart waarbij ontlasting op basis van de consistentie in categorieën wordt verdeeld.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bristol ontlastingsschaal

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de Bristol stool chart voor?
A
Hoeveelheid ontlasting in beeld brengen
B
Vaststellen of een cliënt incontinent is
C
Hoeveelheid urine in beeld brengen
D
Vaststellen of er problemen zijn met de stoelgang

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beperkte vochtinname zorgt voor type 1/2/3 in de bristol stool chart?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valrisico wat betekent dit?
Hoe kun je het voorkomen?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen om vallen te voorkomen

Beugels in het toilet 
Goede verlichting
Ook ’s nachts goede schoenen aandoen
Voor ’s nachts een postoel naast het bed gebruiken
Kleedjes en overbodige losliggende spullen weghalen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

observatiepunten braken

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke stappen neem je wanneer een cliënt overgeeft

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij overgeven?
  • Schoonmaken met desinfectiemiddel
  • was uitspoelen
  • Heet wassen minimaal 60 graden 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NAZORG BIJ BRAKEN?
-Laat de cliënt na het braken de mond spoelen met water.
-Maak de mond van de cliënt schoon met een vochtig washandje.
-Laat de cliënt zo nodig de gebitsprothese weer in de mond doen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Overgeven
Bij overgeven heb je een signalerende functie. 

Let op verzwakken en uitdrogen. 
Zit er bloed bij? Informeer de leidinggevende!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiepunten
Sputum
Frequentie: heeft cliënt alleen ’s ochtends last van sputum, de hele dag door of bij activiteiten?
Hoeveelheid: wordt er veel of weinig sputum geproduceerd? 

Kleur: verandert het sputum van kleur of zit er bloed bij? 

Samenstelling: is het dun, taai, of schuimend?

Geur: heeft het een neutrale geur, of juist een sterke geur?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... Tillift
... Tillift

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tillift 
2 verschillende soorten: 
1. Actieve tillift
2. Passieve tillift

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn aandachtspunten bij tillen

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten tillen
  • Zo dicht mogelijk bij je eigen lichaam
  • Met een rechte rug
  • Betrek de zorgvrager erbij
  • Vraag om hulp
  • Wees kritisch op elkaar en geef tips 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tiltechnieken in de kinderopvang;
Noem voorbeelden van hulpmiddelen

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je lichamelijke klachten hebt opgelopen tijdens je werk. Wie kan dan helpen?
A
Dokter
B
Fysio
C
Tandarts
D
Leidinggevende

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wetgeving(-en) geldt bij rapporteren?
A
AVG- wet
B
AVG- wet, WGBO
C
WGBO
D
Arbo- wet

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een voorbeeld van:
A
E-health
B
M-health
C
Robotica
D
Domotica

Slide 42 - Quizvraag

D

Een robot die een ouder gezelschap houdt is een goed voorbeeld van:
A
Domotica
B
Ergonomie
C
E-health
D
Robotica

Slide 43 - Quizvraag

D
Wat is het verschil tussen e-health en domotica?
A
E-health verandert de zorg, bij domotica staat de informatie van alle patiënten in een dossier.
B
E-health verandert de manier van wonen, domotica verandert de zorg.
C
E-health verandert de zorg, domotica verandert de manier van wonen.
D
Bij E-healh staat de informatie van alle patiënten in een dossier, bij domotica verandert de zorg.

Slide 44 - Quizvraag

C
Wat is Domotica?
A
Personen alarmering
B
Een nieuw medicijn
C
Huis automatisering
D
Een spelcomputer

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:

A
aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
medicijnen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfredzaam blijven.
C
voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting AVG (van de AVG-wet) voor?
A
Algemene verdenking gegevensbescherming
B
Algemene verordening gegevensbewaking
C
Algemene verordening gegevensbescherming
D
Algemene verandering gegevensbescherming

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De AVG heeft veel te maken met:
A
Privacy
B
Rekenen
C
Hacken
D
Mediawijsheid

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je als helpende een beroepsgeheim?
A
Nee, want je staat niet in het BIG-register
B
Ja

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt er onder het beroepsgeheim
A
Alles wat de patient jou verteld
B
Alles wat je ziet aan de patient
C
Alles wat je kan lezen in het patientendossier
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is sociale problematiek?

Slide 51 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van onderstaande onderwerpen een sociaal probleem
A
de cliënt heeft diabetes
B
de client heeft kanker
C
de client voelt zich eenzaam
D
de client heeft moeite met contact met zorgverleners

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke problemen kunnen onstaan op sociaal gebied?
A
Niet meer naar school gaan
B
Minder of geen vrienden
C
Ruzie met je ouders
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meldcode
Heb je er wel eens van gehoord? 
Wat houdt het in?

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies