BK2D-4.2 lv+mv & evaluatie toets 17-03-25

17-03-'25
op tafel
leesboek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

17-03-'25
op tafel
leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2 D
Wat gaan we doen deze les?
  • 10 Minuten lezen.
  • Begin maken met blok 4 in Learnbeat.
  • Toets bespreken.
Waarom lezen?
+ woordenschat
+ concentratie
+ begrijpend lezen
+ inleven / fantasie


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Learnbeat blok 4 - grammatica
Lijdend voorwerp (2)
Om een zin te begrijpen met het werkwoord rennen, hoef je alleen te weten wie er rent. Bij sommige werkwoorden is dat niet genoeg. Bijvoorbeeld bij vertellen. Om de zin te begrijpen moet je niet alleen weten wie er vertelt, maar ook wat er wordt verteld.

De makelaar geeft de sleutels.
Deze basiszin bestaat uit drie zinsdelen:
1. De kern van de zin: pv + alle ww in de zin = werkwoordelijk gezegde (wwg) > geeft
2. Iemand ‘geeft’. Dat is het onderwerp (o) > de makelaar
3. Iemand ‘geeft’ iets. Dat is het lijdend voorwerp (lv) > de sleutels

Om snel het lijdend voorwerp in een zin te kunnen vinden, stel je de vraag:
wie of wat + gezegde + onderwerp? Wie of wat geeft de makelaar?

Slide 3 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Daar komt nu een 4de zinsdeel bij: het meewerkend voorwerp (mv).

De makelaar | geeft | de sleutels.
Bij het werkwoord ‘geven’ horen niet alleen zinsdelen die duidelijk maken dat iemand (o) iets (lv) geeft, maar ook iemand die het krijgt: de ontvanger.

De makelaar | geeft |de sleutels | aan de nieuwe bewoner.
‘De nieuwe bewoner’ werkt mee aan het ‘geven’, want de makelaar heeft iemand nodig om zijn sleutels aan te geven. ‘De nieuwe bewoner’ is dan ook het mv.

Om snel het mv te vinden, stel je de vraag:
aan wie / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 
Aan wie geeft de makelaar de sleutels? Aan de nieuwe bewoner = mv.

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Learnbeat 4.2 - Grammatica. Maak  A, B en C.

Vragen? (1) Uitleg papier (2) Klasgenoot (3) Docent.

Klaar? Kijk je antwoorden na en corrigeer ze.

timer
10:00
Leerdoel:
Ik kan een zin ontleden in de zinsdelen wwg, o, lv en mv.

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind je van je cijfer?
Ik ben er tevreden mee.
Ik ben er ontevreden over.
Ik heb mezelf positief verrast.
Ik ben zwaar teleur- gesteld.
Had beter gekund.

Slide 6 - Poll

Wat vond je van de toets zelf?
Sloot goed aan bij de theorie.
Sloot niet goed aan bij de theorie.
Was wel goed te doen.
Ik begreep veel vragen niet.
Ik had moeite met de leestekst.

Slide 7 - Poll

Wat heeft jouw cijfer verbeterd of zou jouw cijfer kunnen verbeteren?

Slide 8 - Open vraag

Wat wil je in de voorbereiding voor de volgende toets veranderen?

Slide 9 - Open vraag

Toets inzien
Learnbeat 7.3 Bloktoets 3A.
Vergelijk je antwoorden met de model-antwoorden. 
> Heb je een vraag over de beoordeling, kom dan met je laptop naar mijn bureau.
> Heb je geen vragen: werk verder aan 4.2 A, B, C.
timer
10:00
Stilstaan bij je handelen, is vooruitgang.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
  • Leerdoelen?
  • Woensdag verder met 4.2 A, B en C. 
  • Donderdag beginnen we met presentatie-opdracht PTD-6.
Leerdoel:
Ik kan een zin ontleden in de zinsdelen wwg, o, lv en mv.

Slide 11 - Tekstslide