B1G - Meewerkend voorwerp

Hi B1G!
  • Doorloop deze LessonUp: lees de slides goed door en geef antwoord op de vragen. 
  • Vragen? Stuur mij dan een berichtje via Teams.
  • Klaar? Ga dan op zoek naar een nieuw leesboek en ga lekker lezen :)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hi B1G!
  • Doorloop deze LessonUp: lees de slides goed door en geef antwoord op de vragen. 
  • Vragen? Stuur mij dan een berichtje via Teams.
  • Klaar? Ga dan op zoek naar een nieuw leesboek en ga lekker lezen :)

Slide 1 - Tekstslide

We hebben Taaltoets 1 en 2 gemaakt, 
nu alleen nog Taaltoets 3!
  • Taaltoets 1: grammatica, spelling en formuleren H1 + H2        
  • Taaltoets 2: grammatica, spelling en formuleren H3 + H4
  • Taaltoets 3: grammatica, spelling en formuleren H5 + H6

Slide 2 - Tekstslide

Planning (staat ook in Magister)
  • Vandaag: meewerkend voorwerp + boekopdracht 3
  • Donderdag: bijwoordelijke bepaling
  • Vrijdag: voorzetsels

Slide 3 - Tekstslide

DOEL


- je kunt het meewerkend voorwerp in een zin vinden
grammatica: meewerkend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Deze zinsdelen kennen we al:
  • pv: persoonsvorm
  • wg: werkwoordelijk gezegde
  • ow: onderwerp
  • lv: lijdend voorwerp
  • mv (nieuw!): meewerkend voorwerp

Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleding: hoe moest het ook alweer? 
1. Zoek de persoonsvorm
(zin vragend maken / tijdproef)
2. Zoek het werkwoordelijk gezegde
(alle werkwoorden in de zin bij elkaar zetten)
3. zoek het onderwerp
(vraag: wie/wat + wg)
4. Zoek het lijdend voorwerp
(vraag: wie/wat + wg + onderwerp)

Slide 6 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Mijn vader repareert vanmiddag mijn lekke band. 
pv = repareert
wg = repareert
ow = (wie repareert?)  Mijn vader
lv = (wat repareert mijn vader?) mijn lekke band

Slide 7 - Tekstslide

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.

pv =

Slide 8 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.

wg =

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.

ow =

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen hebben hun tas ingepakt.

lv =

Slide 11 - Open vraag

Zit er in elke zin een lijdend voorwerp?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Nieuw: meewerkend voorwerp (mv)
Wat is dat? 

Slide 13 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp (mv)
De makelaar geeft de sleutels aan de nieuwe bewoner (=mv).

  • Het meewerkend voorwerp (mv) geeft aan voor wie iets bestemd is. 
  • Het komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met 'vertellen' of 'geven'. 
  • Het mw kan beginnen met aan (of voor), maar dat hoeft niet.
  • Het mw komt maar één keer per zin voor. 





Slide 14 - Tekstslide

De makelaar geeft aan de nieuwe bewoner de sleutels .

Kun je 'aan' weglaten?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp

Ja, je kan 'aan' weglaten, maar soms moet je de zin hiervoor veranderen: 
De makelaar geeft de nieuwe bewoner de sleutels.

'Voor' kan je niet weglaten: Karen zal voor Fleur een potje nagellak kopen. 

Slide 16 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Zo vind je het meewerkend voorwerp: 

Stel de vraag: AAN/VOOR wie + GEZ + OND + LV?

De makelaar geeft de sleutels aan de nieuwe bewoner.
pv = geeft
ow = de makelaar
wg = geeft
lv = de sleutels
mv = aan de nieuwe bewoners


Slide 17 - Tekstslide

Ik gaf aan mijn beste vriend een mooi cadeau.

mv =
A
Ik
B
aan mijn beste vriend
C
een mooi cadeau
D
gaf

Slide 18 - Quizvraag

Lisa schonk een duur horloge aan haar vriend.

mv =
A
aan haar vriend
B
Lisa
C
schonk
D
een duur horloge

Slide 19 - Quizvraag

De boer geeft de paarden hooi.

mv =
A
De boer
B
geeft
C
de paarden
D
hooi

Slide 20 - Quizvraag

Ik leen mijn zus nooit iets.

mv =
A
mijn zus
B
ik
C
nooit
D
iets

Slide 21 - Quizvraag

Maak nu zelf een zin met een meewerkend voorwerp erin.

Slide 22 - Open vraag

Weet je nu hoe je het meewerkend voorwerp in een zin kunt vinden?
A
ja
B
soms
C
nee

Slide 23 - Quizvraag

GELEERD?


  • Je kunt het meewerkend voorwerp in een zin vinden.
  • Vind je het nog lastig? Kijk dan in je leerboek op blz. 148-149. 
grammatica: meewerkend voorwerp 

Slide 24 - Tekstslide

Gebruik de rest van de les om te werken aan boekopdracht 3!
Maak een filmpje over je boek:
  • Het filmpje duurt min. 1 minuut en max. 2 minuten;
  • Je uploadt het filmpje (privé) op Youtube en stelt mij op de hoogte van de link;
  • Je vertelt kort iets over de inhoud van het boek;
  • Je vertelt overtuigend waarom anderen het boek zouden moeten lezen en gebruikt daarvoor minimaal twee argumenten;
  • Je neemt het filmpje op in een setting die past bij de sfeer en thematiek van het boek.

Deadline: vrijdag 16 april, 23:59, via Showbie!

Slide 25 - Tekstslide