1. Luister goed: Als de muziek speelt, mag je vrij dansen. Wanneer de muziek stopt, roep ik een zin.
2. Bevries en speel na: Zodra de muziek stopt en je de zin hoort, bevries je in een pose die past bij de zin. Bijvoorbeeld, als ik zeg: “You are robots,” dan bevries je en doe je alsof je een robot bent.
3. Blijf bevroren: Houd je pose vast totdat de muziek weer begint. Als de muziek speelt, mag je weer verder dansen.
4. Let op elkaar en heb plezier: Probeer te blijven bewegen zonder tegen elkaar aan te botsen. Doe je best en maak er een leuke show van!