klas 3 bijvoeglijk nw chapitre 1 GL

Bron D. Het bijvoeglijk nw
Chapitre 1
Grandes Lignes 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bron D. Het bijvoeglijk nw
Chapitre 1
Grandes Lignes 

Slide 1 - Tekstslide

Paragraphe D
L'adjectif / bijvoeglijk naamwoord
(p. 30)

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Woordweb

Het bijvoeglijk naamwoord (1)
Mannelijk EV:        un livre intéressant
Vrouwelijk EV:            une idée intéressante
Mannelijk MV:           des livres intéressants
Vrouwelijk MV:            des idées intéressantes

Kijk dus naar vier dingen: mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud en meervoud!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het BN?
Une fille .....
A
français
B
française
C
françaises

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Il y a deux garçons ....
A
allemand
B
allemands
C
allemande
D
allemandes

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Ma maison est ......
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Mes cheveux sont ....
A
blond
B
blonds
C
blonde
D
blondes

Slide 8 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord (2)
Attention!
Le garçon est jeune.
La fille est jeune. (geen extra -e)

Le garçon est français.
Les garçons sont français. (geen extra -s)


Slide 9 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord (3)
Denk ook aan de onregelmatige vrouwelijke vormen:

bon/bonne (= goed, lekker)
beau/belle (= mooi)
nouveau/nouvelle (= nieuwe)
vieux/vieille (= oud)

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het BN?
Sa voiture est ........
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
C'est une .......... cathédrale.
A
vieux
B
vieille
C
vieilles

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
J'aime les ..... salades.
A
bon
B
bons
C
bonne
D
bonnes

Slide 13 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord (4)
Denk ook aan de onregelmatige vrouwelijke vormen:

italien > italienne
dangereux > dangereuse
sportif > sportive

Attention! Dit geldt voor alle BN met die uitgangen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het BN?
Liam est un élève ....
A
actif
B
active
C
actifs
D
actives

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Lisa est ...
A
brésilien
B
brésilienne
C
brésiliens
D
brésiliennes

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Nadia et Mina sont ....
A
nerveux
B
nerveuse
C
nerveuses

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het BN?
Mes petites soeurs sont...
A
naïf
B
naïve
C
naïfs
D
naïves

Slide 18 - Quizvraag

Vul het juiste BN in.
Ton chien est (agressif)

Slide 19 - Open vraag

Vul het juiste BN in.
Les actrices sont vraiment (beau).

Slide 20 - Open vraag

Vul het juiste BN in.
La prof de maths est (mystérieux).

Slide 21 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord (5)
Nu gaan we het hebben over de plaats van het BN.
Standaard achter het ZN. Behalve bij:

beau, bon, joli, vieux, jeune, petit, 
long, premier, dernier, autre, grand, gros,
mauvais, meilleur, nouveau

Slide 22 - Tekstslide

Welke zin is correct?
A
C'est une française voiture.
B
C'est une voiture française.

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
C'est un sac gris.
B
C'est un gris sac.

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
C'est une bonne idée.
B
C'est une idée bonne.

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Louise est une jolie fille.
B
Louise est une fille jolie.

Slide 26 - Quizvraag