Licht, schaduw en spiegels

Licht, schaduw en spiegels
Nodig:
Potlood
Geodriehoek
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
W&TMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Licht, schaduw en spiegels
Nodig:
Potlood
Geodriehoek

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Ik kan in eigen woorden uitleggen hoe een schaduw ontstaat.
  • Ik kan in verschillende situaties een schaduw tekenen en in dezelfde tekening aangeven waar de kern- en halfschaduw zich bevindt.
  • Ik kan via een tekening aangeven hoe een zons- en maansverduistering ontstaat.
  • Ik kan een spiegelbeeld tekenen.
  • Ik kan tekenen hoe verschillende lichtstralen worden weerkaatst in een spiegel.


Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaat schaduw?

Slide 3 - Woordweb

Schaduw

Schaduw ontstaat als een voorwerp lichtstralen tegenhoudt
Wanneer er 1 lichtbron is, krijg je 1 duidelijke schaduw

Slide 4 - Tekstslide

Schaduw
Schaduw ontstaat als een voorwerp lichtstralen tegenhoudt 
 
Wanneer er 1 lichtbron is, krijg je 1 duidelijke schaduw

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.
Divergent
De lichtbundel van de lamp is divergent. Dat betekent dat de lichtstralen vanuit een punt uit elkaar gaan. 

Slide 5 - Tekstslide


Wat gebeurt er met de schaduw van een voorwerp, wanneer je het voorwerp dicht bij de lamp neerzet?

Slide 6 - Open vraag

Grootte schaduw
Als licht van een lamp komt kan de grootte van de schaduw veranderen als het voorwerp verplaatst.
Hoe dichter bij de lamp, hoe groter de schaduw. 

Staat het voorwerp verder bij de lamp weg, dan wordt de schaduw kleiner

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer geen schaduw? 

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten schaduw
Maar soms heb je meerdere, of een grote lichtbron. 

Dan krijg je verschillende soorten schaduw. 

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten schaduw
  • Halfschaduw: Een schaduw 
       waar niet alle lichtbronnen schijnen.
  • Kernschaduw: een schaduw waar geen enkele lichtbron schijnt.

Slide 11 - Tekstslide

Schaduw (kern en half)

Slide 12 - Tekstslide

Hoe ontstaat een zonsverduistering?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Zon en maanverduistering






Wanneer de aarde, de maan en de zon op één lijn zitten hebben we te maken met een verduistering

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Terugkaatsing van licht

Slide 17 - Tekstslide

Diffuse terugkaatsing

Bij diffuse weerkaatsing wordt het licht in alle richtingen gereflecteerd.

Slide 18 - Tekstslide

Spiegelende terugkaatsing

Bij spiegelende weerkaatsing wordt het licht in één richting gereflecteerd.

Slide 19 - Tekstslide

Spiegelbeeld bij een rechte spiegel
Afstand van het voorwerp tot de spiegel is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel.

Slide 20 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 21 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 22 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 23 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Spiegelbeeld tekenen

Slide 26 - Tekstslide

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld is een virtueel beeld. 

Dit betekent dat het beeld niet echt is. 

Virtueel = denkbeeldig

Slide 27 - Tekstslide

Spiegelwet

Slide 28 - Tekstslide

Spiegelwet

Slide 29 - Tekstslide

Spiegelwet

Slide 30 - Tekstslide

Spiegelwet

Slide 31 - Tekstslide

Normaal

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen check
  1. Ik kan in eigen woorden het verschil tussen diffuse- en spiegelde terugkaatsing uitleggen. 
  2. Ik kan bij verschillende spiegels de normaal tekenen. 
  3. Ik kan tekenen en rekenen met de spiegelwet. 

Spiegelwet: Hoek van inval = Hoek van terugkaatsing. 


Slide 35 - Tekstslide

Heb je nog een vraag
over deze paragraaf?

Slide 36 - Woordweb

Aan de slag
  • Maak alle opdrachten van paragraaf 1 en 2.





Slide 37 - Tekstslide