BSM PTA 5 les 2

Zijn jullie er klaar voor???
Eens zien wie het beste dingen kan onthouden ;-)
En we gaan even testen hoeveel jullie al weten over de stof die we nog niet behandeld hebben.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zijn jullie er klaar voor???
Eens zien wie het beste dingen kan onthouden ;-)
En we gaan even testen hoeveel jullie al weten over de stof die we nog niet behandeld hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Waarom leven we in een bewegingsarme samenleving?
A
We sporten minder, want we hebben geen tijd.
B
We hebben in vergelijking met vroeger minder actieve/fysieke beroepen.
C
We hebben meer computergames/tablets en smartphones
D
We vinden sociaal samen zijn belangrijker geworden.

Slide 2 - Quizvraag

Wat was er anders aan de lichaamsbeweging in de Romeinse tijd in vergelijking met de Griekse tijd?
A
De sport was bij de Romeinen vooral in de scholen gesitueerd
B
De Grieken kregen een stevige militaire training voor in het Griekse leger
C
De beweging bij de Grieken was gericht op de dagelijkse werkelijkheid, bijvoorbeeld in de arbeid
D
De beweging bij de Romeinen was gericht op de dagelijkse werkelijkheid, bijvoorbeeld in de arbeid

Slide 3 - Quizvraag

Een bekende uitspraak van de filosofen Plato en Sokrates is 'Mens sana in corpore sano'.
Wat betekent deze zin?
A
een gezond lichaam en een sterke geest
B
een gezond lichaam is een heldere geest
C
een gezonde geest in een gezond lichaam
D
een gezond lichaam is een sterk lichaam

Slide 4 - Quizvraag

Wat heeft de industrialisatie met de ontwikkeling van de sport te maken gehad?
A
Er kwam een economische groei
B
Er kwam meer vrije tijd
C
Er was minder beweging in de beroepen
D
De antwoorden van A, B en C zijn allemaal goed

Slide 5 - Quizvraag

Stelling 1: Door de wetenschap en de fysiologische en anatomische kennis is sportmateriaal sterk verbeterd. Denk aan de klapschaats

Stelling 2: Een wedstrijdsporter sport minimaal 2 uur per week en traint daarbij 1-2 uur per keer
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 6 - Quizvraag

Stelling 1: Actieve sport is georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport

Stelling 2: Bij recreatief sporten neem je nooit deel aan wedstrijden
A
beide stellingen zijn juist
B
beide stellingen zijn onjuist
C
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 7 - Quizvraag

Gras maaien
Met de hond wandelen
Voetballen bij een club
Turnen bij een vereniging
Bewegen
Sporten

Slide 8 - Sleepvraag

Zet in de juiste tijd volgorde :
De Grieken, De Verlichting, De Middeleeuwen,
De Romeinen, Jagers en Verzamelaars

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent Tabula Rasa?
A
Een gezonde geest in een gezond lichaam.
B
Vier het leven.
C
Een jong kind is een 'leeg blad'.
D
Geluk komt met de jaren.

Slide 10 - Quizvraag

Wie is dit?

Slide 11 - Open vraag