H7.3 1HV

Welkom allemaal
Pak je spullen
Pak je aantekeningen (map + pen)
Pak je leerboek blz 120+121
Pak je werkboek H7 §3
timer
2:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal
Pak je spullen
Pak je aantekeningen (map + pen)
Pak je leerboek blz 120+121
Pak je werkboek H7 §3
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Mobiele telefoons UIT

Mobiele telefoons zitten in je tas en staan uit

Stiekem gebruik = inleveren

Slide 2 - Tekstslide

Het dorp Beesd
Vroeger: werk op boerderijen in de buurt  
 Nu: werk in de stad --> migratie
Beesd: platteland / landelijk gebied  
ruimtegebruik: landbouw, natuur, recreatie

Kenmerk platteland: weinig voorzieningen
Wel: bakker, supermarkt           Geen: H&M of voetbalstadion



Slide 3 - Tekstslide

Verstedelijking rond Utrecht
     Op het platteland rond Utrecht is sprake van verstedelijking.      --> oorzaak: suburbanisatie   
--> gevolgen: voorsteden / suburbs en agglomeraties

Agglomeratie: Een stad met de daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen



Slide 4 - Tekstslide

Verstedelijking
Utrecht is de centrale stad in een stadsgewest.
- stadsgewest = stad met voorsteden en dorpen die onderling veel contact hebben.
- meeste ‘contacten’ in centrale stad = werk, school, familiebezoek, winkelen     

Slide 5 - Tekstslide

Re-Urbanisatie
 Re-urbanisatie = als na jaren van daling het aantal inwoners van een stad weer stijgt.  
 Utrecht : door bouw woningen in en tegen de stad aan

Slide 6 - Tekstslide

Stedelijke gebieden
Stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid = stedelijk gebied.

Voorbeelden??

Slide 7 - Tekstslide

Stedelijk gebied
Randstad: grootste van Nederland.

Groene Hart:  
- tussen de 4 grote steden  
- lagere bevolkingsdichtheid  
- landbouw, natuur, recreatie

Slide 8 - Tekstslide

B171 - Stad en dorp
Mensen wonen bij elkaar in een stad of dorp.
Verschillen stad en dorp:      
 - hoeveelheid bebouwing       
- woningdichtheid en hoeveelheid hoogbouw       - bevolkingsdichtheid      
 - hoeveelheid voorzieningen       
- hoeveelheid werkgelegenheid
•    Overgangsvormen stad en dorp.    
- meten met adressendichtheid

Slide 9 - Tekstslide

B213 Voorzieningen
Voorziening = gebouw of ruimte waarin een nuttige of vermakelijke activiteit kan plaatsvinden.
Dagelijkse voorziening: Supermarkt, school
Gespecialiseerde voorziening: Museum, boekenwinkel

Slide 10 - Tekstslide

B214 Verzorgingsgebied
- Een stad heeft voorzieningen die een dorp niet heeft.
- Stedelijke voorzieningen: voor bewoners van de stad én      omliggende kleinere plaatsen.
- Verzorgingsgebied = gebied dat is aangewezen op stedelijke      voorzieningen van een stad.
centrale stad = verzorgingscentrum



Slide 11 - Tekstslide

Zelf werken
Zorg ervoor dat je van 6.1, 6.2, 6.3 en 6.4 minstens 5 opdrachten per paragraaf af hebt

Klaar? Maak 7.2 af of begin aan 7.4

Slide 12 - Tekstslide

Zelf werken
Maak de opdrachten van 7.3
Hoe? Alleen of in tweetallen
Hulp? Teams, klasgenoot, docent :)

Slide 13 - Tekstslide