Week 36 Donderdag 3G

Welkom terug! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhaling regels
  • Wat weten jullie nog van de afgelopen 2 jaar?
  • Start hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide

Regels
  • Binnenkomst les
  • Mobiele telefoons
  • Laptop
  • Huiswerk
  • Spullen
  • Orde/ omgang met elkaar
  • Einde van de les

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie nog van vorig jaar?
  • Smartphone
  • Laptop

Slide 4 - Tekstslide

Hoe noem je een hoofdpersoon die een karakterontwikkeling doormaakt?
A
Round character
B
Flat character
C
Full character
D
First character

Slide 5 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je als je de tekst wil begrijpen én onthouden?
A
Verkennend lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen
D
Studerend lezen

Slide 6 - Quizvraag

Van welk tekstverband is 'want' een signaalwoord?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Van welk tekstverband is 'dus' een signaalwoord?
A
samenvattend
B
voorbeeldgevend
C
oorzaak-gevolg
D
concluderend

Slide 8 - Quizvraag

Wat is géén tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
begrijpen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een tekstvorm van een activerende tekst?
A
reclamefolder
B
krantenbericht
C
stripverhaal
D
filmrecensie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

'Hij heeft nog nooit een onvoldoende voor dat vak gehaald.'
A
nog nooit
B
voor dat vak
C
een onvoldoende
D
gehaald

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is
'Hij'?

'Hij heeft nog nooit een onvoldoende voor dat vak gehaald.'
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is
'dat'?

'Hij heeft nog nooit een onvoldoende voor dat vak gehaald.'
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je het zinsdeel 'Vorige week' in de onderstaande zin?

'Vorige week heeft hij zijn verjaardag op een bijzondere manier gevierd.'
A
Onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Hij is groter dan mij.
B
Hij is groter als mij.
C
Hij is groter dan ik.
D
Hij is groter als ik.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je het als een verhaal verteld wordt in de volgorde waarin het gebeurd is?
A
flashback
B
regulier
C
chronologisch
D
niet-chronologisch

Slide 16 - Quizvraag

Wat is géén vragend voornaamwoord?
A
Wie
B
Hoe
C
Wat
D
Welk

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is fout gespeld?
A
beïnvloeden
B
beoefenen
C
financieël
D
bacteriën

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is fout gespeld?
A
A4-tje
B
trema's
C
vmbo'er
D
groentesoep

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'gamen'?
A
gegamed
B
gegamet
C
gegameded
D
gegametet

Slide 20 - Quizvraag

Hoofdstuk 1
  • 1.1 Fictie
  • Tekst 1 lezen
  • Maken: opdracht ?

Slide 21 - Tekstslide