H6 De macht van de media 2425

Maatschappijkunde 
3 . Het belang van de Media
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde 
3 . Het belang van de Media

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhalen H5
Uitleg H6 De macht van de Media
Zelfstandig aan het werk
Log in op LessonUp met klascode bzajd
Log in op de Eindexamensite met code IJRW  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan beeldvorming en stereotypering herkennen
Je kent en herkent de beïnvloedingstheorieën van de media
Je weet welke discussies worden gevoerd over de media

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Volgens deze theorie nemen de ontvangers de boodschap zonder nadenken over. De ontvangers worden als het ware gemanipuleerd. 
Over welke beïnvloedingstheorie gaat het hier?
A
injectienaaldtheorie
B
agendatheorie
C
framingtheorie
D
theorie van de selectieve perceptie

Slide 5 - Quizvraag

John, die een groot fan is van Ajax, gelooft niets van een artikel waarin geschreven wordt dat PSV de grootste kandidaat is voor het kampioenschap dit jaar.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Framingtheorie
D
Theorie van de selectieve perceptie

Slide 6 - Quizvraag

Wolf bijt boer en krijgt kogel: 'Een moordlustig dier!'
A
Agenda-theorie
B
Framingstheorie
C
Injectienaaldtheorie
D
Theorie van selectieve perceptie

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is een voorbeeld van framing?
A
Coronavirus
B
avondklok
C
straatagent
D
plofkip

Slide 8 - Quizvraag

Hitler beïnvloedde zijn volk met zijn eigen mening. Welke theorie gebruikte hij hiervoor?
A
selectieve perceptie
B
injectienaald theorie
C
agendatheorie
D
framingtheorie

Slide 9 - Quizvraag

Injectienaaldtheorie
Framingtheorie
Agendatheorie
Theorie van de selectieve perceptie
"De tv bepaalt over welke actuele onderwerpen we praten."
"De tv bepaalt op welke manier we over actuele onderwerpen praten." 
"Wanneer iemand iets op tv ziet neemt hij dat een op een over"
"Iedereen kijkt tv vanuit zijn eigen referentiekader."

Slide 10 - Sleepvraag

Beeldvorming door de media
De media hebben een grote rol in onze socialisatie > het aanleren van waarden, normen en andere kenmerken binnen een samenleving. 

De media bepaalt bijvoorbeeld wat we weten en hoe we denken over gebeurtenissen, personen of groepen 
> de media beïnvloedt onze beeldvorming= de gedachtes die ontstaan bij iets of iemand

Slide 11 - Tekstslide

Beeldvorming door de media
Deze beeldvorming komt niet altijd overeen met de werkelijkheid

  • Het beeld 'vrouwen moeten mooi zijn', zorgt er voor dat meisjes/vrouwen vaak onzeker zijn over hun uiterlijk. >  Zij baseren het 'ideale uiterlijk' op beelden uit de media > De werkelijkheid is heel anders: een meisje zonder make-up is niet lelijk, een jongen met bril is geen nerd en een man met een witte jas is niet persé dokter. Niet elke liefdesrelatie verandert in een sprookje... 

De media creëren onbedoeld vooroordelen = een mening over iets of iemand zonder dat dit gebaseerd is op feiten. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Stereotypes
Rolpatronen geven een te 'simpel' beeld van hoe iemand zich in een bepaalde rol moet gedragen. Hierdoor ontstaan stereotyperingen / stereotypes
>  een simpele en niet (altijd) kloppende verwachting van een persoon of groep. 

Vaak wordt een bepaalde eigenschap extreem versterkt: In series of films is een homoseksueel vaak enorm extrovert, en zijn de blonde meisjes niet altijd de slimste...

Slide 15 - Tekstslide

'Typische' Amerikaan
'Typische' Nederlander

Slide 16 - Tekstslide

Rolpatronen
Media maken gebruik van bestaande beeldvorming, ook wel rolpatronen genoemd > het gedrag laten zien dat van je wordt verwacht
  • Jongens zijn stoer. Meisjes zijn lief. Mannen zorgen voor geld. Vrouwen zorgen voor het huishouden en kinderen
Deze rolpatronen zijn natuurlijk 'ouderwets' 
Toch houdt de media deze rolpatronen vaak in stand. 

Slide 17 - Tekstslide

4

Slide 18 - Video

Beinvloedingstheorieën 
Hoe groot is de invloed van media en hoe denkt de wetenschap over deze invloed? Vijf wetenschappelijke theorieën: 
1. Injectienaaldtheorie
2. Framingstheorie
3. Theorie van selectieve perceptie
4. Agendatheorie
5. multiple step flow theorie

Slide 19 - Tekstslide

  1. Injectienaaldtheorie
'Druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap over want het publiek is beïnvloedbaar.

  • Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 
  • Indoctrinatie = systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde  opvattingen en meningen aan het publiek. 

Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie.  Het voortdurend tonen van een sterke leider, je 'went' aan deze beelden

Slide 20 - Tekstslide

Manipulatie > Dit interview lijkt genomen bij een hele drukke bijeenkomst...
Maar deze foto is vanaf de overkant genomen.....

Slide 21 - Tekstslide

2. Framingtheorie
De media kunnen een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier framen

Hierdoor kan de manier waarop de ontvangers gaan nadenken en praten over het onderwerp gestuurd worden.

 'Een stroom vluchtelingen'  of de 'Gascrisis' of 'Poetins Oorlog'
Voor abortus of Pro Life


Aantekening voor het examen

Slide 22 - Tekstslide

3. Theorie van Selectieve Perceptie
Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers.  Het referentiekader bepaalt hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werkt dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  

Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 

Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod.  Coronaontkenners kijken niet naar programma's waar uitleg over corona is die niet past... 

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

4. Agendatheorie
De media bepaalt niet WAT we denken, maar WAAROVER we denken. 
  • Ook op de politieke agenda hebben de media invloed:  De politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan willen veranderen. 

We praten bijvoorbeeld over de oorlog in Oekraïne, de Amerikaanse verkiezingen, het 'gedoe' in de Tweede Kamer, de woningmarkt en fatbikes Maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 25 - Tekstslide

Discussie over de media
De macht van mediabedrijven
Digitale media is in handen van een paar grote bedrijven > Google, Facebook en Twitter Deze bedrijven hebben veel macht:
  • welk nieuws wij wel en niet zien
  • accounts blokkeren
  • verzamelen data om jou passende content te laten zien

Waarom is hier kritiek op > Bedrijven doet te weinig om bubbels te voorkomen




Slide 26 - Tekstslide

Discussies over de media 
Informatie op internet blijft zichtbaar

  • In Europa kan je vragen of een zoekmachine 'hits' over jou/jouw bedrijf verwijderd. Europeanen hebben het recht om vergeten te worden.  
  • Digitale media heeft een lage drempel, iedereen kan meedoen > gevolg is dat reageren makkelijk is en anoniem kan > pesten en dreigen komt veel voor.
  • Iedereen kan  berichten plaatsen. Er worden ook veel leugens/beweringen geplaatst/berichten worden niet gecontroleerd zoals 

Slide 27 - Tekstslide

Discussies over de media

Je moet voorzichtig zijn en kritisch omgaan met media. Het is belangrijk dat: 
  • Je jezelf afvraagt of de informatie wel betrouwbaar is. 
  • Hoe ga je met persoonlijke gegevens om? 
  • Je meerdere nieuwsbronnen bekijkt
  • Je kijkt naar de kleur van het tijdschrift of de krant (rechts/links, uitgegeven door belangenorganisatie etc.) 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Aan de slag! 
Verplicht
De macht van de media
Lezen: blz 74 t/m 77
Maken: 1 t/m 4, 6, 9 t/m 17 + begrippenlijst blz 82
Keuze 
Oefen met quizlet en de eindexamensite/amv! 
 

 
Wil je meer weten over DeepFake? Bekijk het in deze LessonUp! 
Log in op LessonUp met klascode bisyn
Log in op de Eindexamensite met code UAVNW

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link