Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.7 verder
Verder met 1.7
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verder met 1.7
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je de
persoonsvorm in
een zin?
Slide 2 - Woordweb
De pv vind je door:
- de zin vragend te maken, de pv staat vooraan
Jantje loopt op straat.
Loopt Jantje op straat?
- de zin in een andere tijd te zetten, de pv verandert
Jantje loopt op straat.
Jantje
liep
op straat.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De jongen gaf het meisje een kus.
A
de jongen
B
gaf
C
het meisje
D
een kus
Slide 4 - Quizvraag
Een lijdend voorwerp vind je door:
de vraag te stellen: pv + o = ?
Of je vraagt je af: waar gebeurt iets mee?
Let op:
het LV begint
NOOIT
met een voorzetsel
Slide 5 - Tekstslide
Heeft de volgende zin een LV?
Jantje loopt met zijn hondje in het park.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Jantje loopt met zijn hondje in het park.
Jantje = O
loopt = pv
met
zijn hondje = begint met vz
in
het park = begint met vz
Slide 7 - Tekstslide
Extra herhaling:
Een werkwoord kun je splitsen:
uit - gaan
op -staan
Maar: er zijn ook werkwoorden die we 'wederkerig' noemen.
Weder betekent weer. Het keert terug.
Slide 8 - Tekstslide
Bij een wederkerig werkwoord hoort altijd het woordje 'zich'
Jantje wast zich onder de douche.
Ik schaam me diep voor die blunder.
Let op: het woord zich past zich aan
Slide 9 - Tekstslide
bijvoorbeeld:
ik was me
jij wast je
hij/zij/het/hen wast zich
wij wassen ons
jullie wassen je
zij wassen zich
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een wederkerend werkwoord?
A
schrijven
B
raken
C
zich vergissen
D
afwassen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het wederkerig werkwoord in de volgende zin:
Het voetbalteam herpakte zich in de rust en won de wedstrijd alsnog.
A
het voetbalteam
B
herpakte zich
C
in de rust
D
won de wedstrijd
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een wederkerend werkwoord?
A
zich wassen
B
wandelen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een wederkerend werkwoord?
A
schamen
B
elkaar
C
uitsloven
D
voorbeeld
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een wederkerend werkwoord?
A
schrijven
B
raken
C
vergissen
D
afwassen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is geen wederkerend werkwoord?
A
realiseren
B
beseffen
C
wassen
D
ergeren
Slide 16 - Quizvraag
Maken:
GL 1.7 opdracht: 6, 7, 8, 9, 11-1, 11-2, 11-3 en 15
Kader 1.7 opdracht: 7-1, 7-2, 8, 9, 10, 14-1, 14-2
Klaar?
Test Jezelf 1.7
timer
1:00
Succes!
Je kunt het!
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.7 verder
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
1.7 Grammatica (persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp)
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
1.7 grammatica
Augustus 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Zinsdelen oefenen
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Herhaling grammatica 3A
Mei 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
3.7 grammatica
Maart 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1.7 1BK Grammatica les 2
8 dagen geleden
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1