Fictie

Fictie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Fictie

Slide 2 - Woordweb

Non-fictie

Slide 3 - Woordweb

fictie

Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.


Geschreven om je te vermaken.


Voorbeelden:

Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

non-fictie

Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.


Geschreven om je te informeren of instrueren.


Voorbeelden:

Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Was dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Realistisch / niet-realistisch

Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn


Realistisch;
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt

Niet-realistisch;
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

The Hunger Games is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Oorlogswinter is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Black Panther is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 18 - Quizvraag

Beoordelingswoorden
Over fictie kun je je mening geven, dat doe je met beoordelingswoorden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

beoordelingswoorden

Slide 21 - Woordweb

Begrippen (basis)
beoordelingswoorden
argument & voorbeeld
realistische fictie
niet-realistische fictie
plaats van een verhaal
hoofdpersoon
bijpersoon
karakterontwikkeling
verhaalsoort 






Slide 22 - Tekstslide

Begrippen (kader)

beoordelingswoorden
plaats en tijd van een verhaal
ik-verhaal / hij/zij - verhaal
hoofdpersoon 
bijpersoon
karakterontwikkeling
fictie
non-fictie
personage beschrijven
genre
verhaalperspectief



Slide 23 - Tekstslide

Begrippen (gt)
Genre
Round-character (hoofdpersoon)
Flat-character (bijpersoon)
Realistisch argument
Emotieve argument
Moreel argument
Vertelperspectief
Vertelstandpunt eerste persoon
Vertelstandpunt derde persoon
Wisselend perspectief
Chronologisch verhaal
Niet-chronologisch verhaal
Voorgeschiedenis
Gesloten einde
Open einde
Onderwerp 
Thema


Slide 24 - Tekstslide



De boeken van Carry Slee zijn...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 25 - Quizvraag



Wat is geen voorbeeld van een uiterlijk kenmerk?
A
groene ogen
B
blauwe plekken
C
blonde haren
D
gebroken hart

Slide 26 - Quizvraag



Een nieuwsbericht in de 7-Days krant is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 27 - Quizvraag



Johan Cruijf had bruin haar.
Dit is een ...
timer
0:10
A
Karaktereigenschap
B
Uiterlijk kenmerk
C
Onzichtbaar kenmerk

Slide 28 - Quizvraag


Een beoordelingswoord is ...
A
een feit
B
een argument
C
een mening
D
een idee

Slide 29 - Quizvraag


Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch

Slide 30 - Quizvraag



Een krantenartikel in de krant De Speld is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 31 - Quizvraag



Een voorbeeld van een onzichtbaar kenmerk is ...
A
gelovig zijn
B
blauwe ogen hebben
C
vriendelijk zijn

Slide 32 - Quizvraag

Einde van de lesson up

Slide 33 - Tekstslide