Formatieve toets Thema 3 De bloedsomloop Basisstof 1 tot en met 4 13032023

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Veel succes!

Formatie toets basisstof 1 t/m 4

30 minuten

Bloedplaatjes

Bloedplasma

Bloedplasma

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedplaatjes

Rode bloedcellen

Wat is géén kenmerk van een rode bloedcel

1. vaste vorm
2. celkern
3. hemoglobine
4. zuurstoftransport

Aders

Slagaders

Haarvaten

Gaat naar het hart toe

Gaat van het hart af

Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedplasma

Bloedplaatjes

nierader

leverslagader

halsader

leverader

halsslagader

nierslagader

Aorta

Longslagader

Holle ader

Poortader

De wanden van het hart

1. zijn overal even dik
2. zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
3. zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
4. zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Welke uitspraak is juist?

1. Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
2. Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
3. Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
4. Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader

Leverslagader

Poortader

Leverader

Voedingsstofrijk

Zuurstof-rijk

Naar het hart

Vanaf het hart

Zuurstof-arm

Zuurstof-arm

Hoe worden de bloedvaten genoemd die voedingsstoffen en zuurstof richting de hartspier transporteren?

1. Kransslagaders
2. Kransaders
3. Poortader
4. Aorta

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?

1. Omdat alle rode bloedcellen per omloop twee keer door het hart gaan
2. Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
3. Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt
4. Omdat het hart zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert

De kleine bloedsomloop begint in de linkerboezem en eindigt in de rechterboezem van het hart.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe loopt de grote bloedsomloop?

1. hart, longen, hart
2. hart, lichaam, hart
3. lichaam, hart
4. longen, hart

Welke weg legt alcohol vanaf de bloedvaten van de dunne darm tot de hersenen af ?

Zet de onderdelen op volgorde:

Poortader

Aorta

Hart 2 x

Holle Ader

Lever

Blaas

Urineleider

Nier

Urinebuis

Nierschors

Niermerg

Nierbekken

Nierader

Nierslagader

Sleep de gele kaartjes naar de juiste uitleg.

Urine afvoeren naar de urineblaas

urine afvoeren uit het lichaam

urine tijdelijk opslaan

urine verzamelen

urine vormen

Urineleiders

Urinebuis

Urineblaas

Nierbekken

Nierschors- en merg

Vond je deze oefening nuttig ter voorbereiding op de toets?

😒🙁😐🙂😃

Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.

Met welk nummer wordt de rechterkamer aangegeven?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 5

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart

1. Kleine bloedsomloop
2. Grote bloedsomloop

Hoeveel kamers heeft het hart?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk bestanddeel van bloed speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling?

1. Bloedcellen
2. Bloedplasma
3. Bloedplaatjes

Sleep het orgaan naar het goede orgaanstelsel

Bloedvatenstelsel    Beenderenstelsel  Verteringsstelsel  Zenuwstelsel Ademhalingsstelsel

Rode bloedcellen hebben geen celkern.

1. Juist
2. Onjuist

Zet de stappen van het ontstaan van een puistje in de juiste volgorde.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Talg verstopt de poriën (mee-eter)

Er ontstaat pus

Het pus moet naar buiten worden gewerkt en dat zie je als puist

Er komen bacteriën in de mee-eter

Talg hoopt zich op

Witte bloedcellen vallen de bacteriën aan

De functie van bloed is transport van alles wat nodig is om het lichaam goed te laten functioneren.

1. Juist
2. Onjuist

mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus

neusholte, mondholte, luchtpijp, long

bloedvaten, hart

nier, urineleider, blaas, urinebuis

hersenen, ruggenmerg, zenuwen

Bloedvatenstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Uitscheidingsstelsel

Zenuwstelsel

Slagaders hebben kleppen.

1. Juist
2. Onjuist

de poortader vervoert weinig zuurstof en veel voedingsstoffen.

1. Juist
2. Onjuist

Aders

Slagaders

Haarvaten

Naar het hart toe 

Van het hart af 

Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Naast de nieren zijn er nog 3 andere organen die een uitscheidingsfunctie hebben.

Welke organen zijn dat?

1. 1 = milt 2 = schildklier 3 = lever
2. 1 = alvleesklier 2 = longen 3 = huid
3. 1 = lever 2 = maag 3 = baarmoeder
4. 1 = longen 2 = lever 3 = huid

Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?

1. Door de nierader
2. Door de poortader
3. Door de nierslagader
4. Door de nierhaarvaten

Waar in je nier worden deze stoffen gefiltreerd?

1. Nierschors
2. Niermerg
3. Nierbekken
4. Urineleider