BB 6.1 en 6.2
Wat is de naam van het tijdvak? Vul aan: de tijd van
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Wat is de naam van het tijdvak? Vul aan: de tijd van
Slide 1 - Open vraag
Het tijdvak hoort bij de ... tijd (periode)
Slide 2 - Open vraag
De vroegmoderne tijd duurt van 1500 tot ..
Slide 3 - Open vraag
Noteer in één of max twee woorden de kenmerkende aspecten van 6.1 en 6.2
Slide 4 - Open vraag
Deze compagnie voer naar Amerika
A
VOC
B
WIC
Slide 5 - Quizvraag
Deze Nederlandse compagnie was het meest actief
A
VOC
B
WIC
Slide 6 - Quizvraag
Suiker, Tabak en koffie kwamen vooral uit
A
Amerika
B
Azië
Slide 7 - Quizvraag
De handelswijze van de VOC op de Molukken is representatief voor het optreden van de VOC in heel Azië
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Dit zijn de generaliteitslanden
A
Holland, Zeeland, Gelderland
B
Holland, Gelderland, Noord-Brabant
C
Gelderland, Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen
D
Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen, delen van Limburg
Slide 9 - Quizvraag
Dit begrip hoort bij de manier van handelen waardoor de Republiek erg rijk werd
A
Aandelen
B
kapitalisme
C
Stapelplaats
D
Gewetensvrijheid
Slide 10 - Quizvraag
Deze man leek in de Republiek op een vorst
A
De stadhouder
B
De raadspensionaris
C
De regent
D
Het staatshoofd
Slide 11 - Quizvraag
De bestuurswijze van De Republiek was representatief voor de bestuurswijze van West-Europese landen tussen 1600 en 1700.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Noteer zo concreet mogelijk de vragen die je hebt over par. 6.1 en 6.2. Je kunt ook werkboekopdrachten benoemen die je wilt bespreken.
