p1w8 2.2

Pak methode, papier, rekenmachine, telefoon in je tas
1. Rondje: vragen over 2.1 vlakke en ruimtelijke figuren?  Huiswerk was
N3: opdracht 1, 2, 3, 5, 7, 8, 11
N4: opdracht 1, 3, 5, 7 en 10

2. Instructie 2.2 iedereen doet mee
3. Zelfstandig aan de slag ( of extra uitleg)
Kleine pauze
4. Zelfstandig aan de slag
5.Afrondende opdracht: iedereen doet mee
6. Huiswerk








1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Pak methode, papier, rekenmachine, telefoon in je tas
1. Rondje: vragen over 2.1 vlakke en ruimtelijke figuren?  Huiswerk was
N3: opdracht 1, 2, 3, 5, 7, 8, 11
N4: opdracht 1, 3, 5, 7 en 10

2. Instructie 2.2 iedereen doet mee
3. Zelfstandig aan de slag ( of extra uitleg)
Kleine pauze
4. Zelfstandig aan de slag
5.Afrondende opdracht: iedereen doet mee
6. Huiswerk








Slide 1 - Tekstslide

Rondje: 
- laten zien huiswerk gemaakt/niet gemaakt. Wie in boek?
Lesdoel 2.2 
Leerdoelen:
  • je leert wat de begrippen omtrek en oppervlakte en inhoud betekenen.
  • je leert de omtrek, oppervlakte en inhoud berekene

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Omtrek en oppervlakte
Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Omtrek
  • De eenheid van lengte is de meter.
  • De omtrek van een figuur is de lengte die je om een figuur heen meet
Omtrek is 100+50+100+50=300 meter
Hoe groot is de omtrek van dit voetbalveld?

Omtrek cirkel = 3,14 x diameter

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Oppervlakte
  • De oppervlakte druk je uit in m². Je zegt vierkante meter.
Op dit terras passen 15 vierkante tegels van 1 × 1 m.
De oppervlakte van het terras is
lengte × breedte = 5 × 3 = 15 m2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 oppervlakte
  • De eenheid van oppervlakte is vierkante meter (m²)
  • De oppervlakte is een afmeting en wel de grootte van een vlak gebied

Oppervlakte is 100x50=5000 vierkante meter (m²)
Hoe groot is de oppervlakte van dit voetbalveld?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Oppervlakte
Hoe bereken je de oppervlakte van de driehoek ABC?



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 oppervlakte

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Lengtematen omrekenen
  • 1 kilometer = 1 x 10 x 10 x 10 = 1000 meter ( 3 stappen dus 3 nullen erbij)
  • 1 hectometer = 1 x 10 x 10 = 100 meter (2 stappen dus 2 nullen erbij)
  • 1 meter = 1 x 10 x 10 x 10 = 1000 mm (  3 stappen dus 3 nullen erbij )

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Oppervlakte
  • 1 km²  = 1 x 100 = 100 hm² ( 1 stap dus 2 nullen erbij)
  • 1 m²  = 1 x 100 x 100 = 10 000 cm² (2 stappen dus 4 nullen erbij)
  • 2,5 hm²  = 2,5 x 100 x 100 x 100 = 2 500 000 dm² (  3 stappen dus 6 nullen erbij )

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen maken 2.2
- niveau 3: som 4
- niveau 4: som 8

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit
Wat is de oppervlakte van de driehoek? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit
Hoeveel hectare (hm2) is de oppervlakte van een sporthal van 32 × 88 m?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies