Week 5 Risotto

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Risotto

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• Leerling kan vertellen wat risotto is.
• Leerling kan het verschil tussen langkorrel en rondkorrel rijst vertellen
• Kan uitleggen hoe je een ui snippert

Theorie

Risotto = Klassiek  smeuig rijstgerecht 

uit Noord-Italie.

Lees de tekst in je boekje en vul 

Opdracht 1 in.

Theorie

Rijstsoort: Ronde korrel, nat kokend, 

kleverig en zetmeelrijk.

Bouillon:  Beetje bij beetje toevoegen,
koken op laag vuur tot het gaar is.

Lees de tekst in je boekje en vul Opdracht 2 in.

vaktaal

Snipperen:  fijn snijden van een ui.

Doorzichtig: er doorheen kunnen kijken.

Net onder staan: onder een klein laagje water.
Geraspt: met een rasp fijn gesneden kaas.

voorbereiding

we gaan 3 kleine pannenkoeken maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

• Koksmes
• Groene snijplank
• Pollepel/spatel
• Stoofpan
• Maatbeker
• Weegschaal 

Ingredienten

• Risottorijst 90 gram
• Boter 20 gram
• Ui 0,5 stuk
• Champignons 25 gram
• Courgette of paprika 50 gram
• Groentebouillon 250 ml
• Geraspte kaas 30 gram 

uitvoeren

je gaat nu de vlaflip maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1  

Verzamel de materialen.

Stap 2

Verzamel en weeg de ingrediënten af.

Stap 3

• Snipper de ui.
• Snij de champignons in plakjes.
• Snij de courgette of paprika in brunoise (blokjes)

Stap 4

Zet de pan met boter op het het vuur en smelt de boter.

Stap 5

Fruit de ui, champignons, courgette/paprika aan.

1 minuut

Stap 6

Voeg de rijst toe.
Bak tot de rijst doorzichtig is.

Stap 7 

Voeg een deel van de bouillon toe tot de rijst net onder staat.
(blijf roeren)

Stap 8

Als de rijst droog is voeg je een beetje bouillon toe.

Herhaal deze stap tot de rijst gaar is.

Stap 9

Voeg de kaas toe.

Stap 10

Voeg peper en zout toe.

EETSMAKELIJK

Vul je ondertussen je reflectie in

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding