Week 2

Herzlich Wilkommen A2C

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis.
Tas zet je op het rek!


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Wilkommen A2C

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis.
Tas zet je op het rek!


Slide 1 - Tekstslide

Sprechen --> zinnetjes Lernbox
1. Hallo, wie heißt du?                 
2. Wie geht es dir?
3. Wie alt bist du?
4. Wo wohnst du?
5. Woher kommst du?
6. Hast du Geschwister?  = broers/zussen
7. Tschüs! 

Slide 2 - Tekstslide

                                                  S.23

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Machen: 
Aufgabe 10, S. 13
Aufgabe 11,  S. 21
Seite = S. (blz.)

Aufgabe 7+8, S. 12
Aufgabe 5, S. 24
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Herzlich Wilkommen G2a

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Laptop

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 9 - Tekstslide

Diese Stunde:

  •  Wörter Lektion 2 durchnehmen
  • Sprechen: vorstellen (Lernbox)
  • Hören: Aufgabe 2a (Lektion 1.3) 
  • Machen: Aufgabe 5 (Lektion 1.3)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Herzlich Wilkommen G2a

Du brauchst:
- Kugelschreiber (pen) 
- Laptop

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 12 - Tekstslide

Diese Stunde:

  • Grammatik A + B
  • Machen: 7, 8, 9, 10, 11 (Lektion 1.1)

Slide 13 - Tekstslide

Der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het
worden in het Duits aangegeven met:
der, die und das
der Mann, die Frau, das Kind

Slide 14 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
ge + stam + t      gespielt
ge + stam + et    gearbeitet

Slide 15 - Tekstslide

Machen: Aufgabe 7, 8, 9 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Haben und Sein

Slide 17 - Tekstslide

Machen: Aufgabe 10 + 11 
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Machen 1.1: 
Aufgabe 7
Aufgabe 8
Aufgabe 9
Aufgabe 10
Aufgabe 11
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:
- Laptop

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 20 - Tekstslide

Diese Stunde:

  • Sprechen: Aufgabe 5 (Lektion 1.3)
  • Grammatik A + B
  • Machen: 7, 8, 9, 10, 11 (Lektion 1.1)

Slide 21 - Tekstslide

Aufgabe 5 (Lektion 1.3, S. 24)
1. Hoe gaat het met jou?
2. Waar ben je geboren?
3. Waar woon jij?
4. Heb je broers en zussen?    --> Geschwister = broers/zussen
5. Hoe oud zijn je broers en zussen?

Voer het gesprek in het Duits. Wissel van rol.
Begroet elkaar, zeg ook een afscheidsgroet (!)

Slide 22 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Sie = u (hoofdletter)
e - st - t - en - t - en  

Slide 23 - Tekstslide

Haben und Sein

Slide 24 - Tekstslide

Machen: Aufgabe 7, 8, 9, 10, 11, 12 (= weektaak)

Bist du fertig?
        Leer woordjes Lektion 1.1 + 1.2 
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:
- Laptop

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 27 - Tekstslide

Diese Stunde:

  • Sprechen: Aufgabe 5 (Lektion 1.3)
  • Grammatik A + B
  • Machen: 7, 8, 9, 10, 11, 12 (Lektion 1.1)

Slide 28 - Tekstslide

Aufgabe 5 (Lektion 1.3, S. 24)
1. Hoe gaat het met jou?
2. Waar ben je geboren?
3. Waar woon jij?
4. Heb je broers en zussen?    --> Geschwister = broers/zussen
5. Hoe oud zijn je broers en zussen?

Voer het gesprek in het Duits. Wissel van rol.
Begroet elkaar, zeg ook een afscheidsgroet (!)

Slide 29 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Sie = u (hoofdletter)
e - st - t - en - t - en  

Slide 30 - Tekstslide

Machen: Aufgabe 7, 8, 9, 10, 11, 12 (= weektaak)

Bist du fertig?
        Leer woordjes Lektion 1.1 + 1.2 
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Sprechen --> zinnetjes Lernbox
1. Hallo, wie heißt du?                 
2. Wie geht es dir?
3. Wie alt bist du?
4. Wo wohnst du?
5. Woher kommst du?
6. Hast du Geschwister?  = broers/zussen
7. Tschüs! 

Slide 33 - Tekstslide