Aufgabe 8 (Lektion 1.3, S. 25)
1. Hoe heet jij?2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon jij?
4. Heb je broers en zussen? --> Geschwister = broers/zussen
5. Hoe heten jouw ouders?
Gebruik de zinnen van blz. 44! Antwoord met een hele zin!
Begroet elkaar, zeg ook een afscheidsgroet (!)