Last lesson we discussed adjectives (-ed/-ing ending + how to make negative)
Today we are going to discuss the articles (the, a, an)
At the end of the lesson we will have reviewed adjectives + you know how to use the articles
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Goals
Last lesson we discussed adjectives (-ed/-ing ending + how to make negative)
Today we are going to discuss the articles (the, a, an)
At the end of the lesson we will have reviewed adjectives + you know how to use the articles
Slide 1 - Tekstslide
Homework check
3 pupils to check homework
Exercise 1-3 p. 6 WB
Slide 2 - Tekstslide
.........you........tonight?
A
Do come
B
Does come
C
Is coming
D
Are coming
Slide 3 - Quizvraag
........he........rice every day?
A
do eat
B
does eat
C
is eating
D
are eating
Slide 4 - Quizvraag
You usually .......... late
A
arrive
B
arrives
C
is arriving
D
are arriving
Slide 5 - Quizvraag
The pupil is .......... because he has an unexpected test.
A
frustrating
B
frustrated
Slide 6 - Quizvraag
The end result was ............
A
surprising
B
surprised
Slide 7 - Quizvraag
It is ................(polite) to talk while the teacher is explaining
Slide 8 - Open vraag
She was ......(able) to take the test because she was really sick
Slide 9 - Open vraag
The articles (the/a/an/-)
A of an: Als het zelfstandig naamwoord nog niet eerder genoemd is en/of het zelfstandig naamwoord staat in het enkelvoud of als je het hebt over iemands beroep
A: als je bij het volgende woord een medeklinker hoort (vb. a house - a university
an: als je bij het volgende woord een klinker hoort (vb an apple - an hour)
Slide 10 - Tekstslide
The articles (the/a/an/-)
The:
Wanneer hoeveelheid niet bekend is (vb The water is on the table)
Wanneer zelfstandig naamwoord eerder genoemd is (vb. He has a laptop. The laptop looks new.
Voor eigennamen, geografische namen (vb He sailed on the Schelde)
Als je het hebt over iets specifieks of de overtreffende trap gebruikt (vb He wears the coolest shirt I have ever seen)
Slide 11 - Tekstslide
The articles (the/a/an/ -)
Geen article:
Bij zelfstandige naamwoorden die in het meervoud staan (vb She likes horses)
Voor landen, steden, provincies, straten, eilanden, talen, mensen (vb She lives in Amsterdam)