Je gebruikt
the voor zelfstandige naamwoorden. In het Nederlands gebruiken we dan de/het.
Als je praat over gebouwen gebruik je in het Engels soms wel en soms niet the.
WEL: als het gaat over een bepaald gebouw (er wordt extra informatie over het gebouw gegeven, bijvoorbeeld de plaats).
vb. We go to the church in the city centre.
NIET: als het gaat om een gebouw in het algemeen. Gebouwen waarvoor dit geldt zijn: hospital, school, prison, college, church, university.
vb. Every sunday we go to church.