3Me - 3 maart

3Me - Dinsdag 3 maart
Nodig:
- iPad
- Tekstboek blz. 126
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3Me - Dinsdag 3 maart
Nodig:
- iPad
- Tekstboek blz. 126

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhalen planning
  • Uitleg: §6.1
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



19 feb: planning en start presentaties
25 feb: vakantie
26 feb: vakantie
3 maa: 6.1
4 maa: 6.1
10 maa: 6.2
11 maa: proefwerk H4*
17 maa: stage
18 maa: stage





24 maa: studiedag, dagje vrij
25 maa: SO 6.1 en 6.2*
31 maa: presentaties*
1 apr: presentaties*
7 apr: buitenland excursies
8 apr: buitenland excursies
14 apr:
15 apr: proefwerk H6*




Planning
* staan al in Magister

Slide 3 - Tekstslide

TOETS





Leren: 
  • Tekstboek paragraaf 4.1 t/m 4.4 (blz. 82 t/m 95)
  • Tijdlijn tekstboek (blz. 80)
  • Werkboek paragraaf 4.1 opdracht 1 t/m 5 (blz. 66 en 67) 
  • Werkboek paragraaf 4.2 opdracht 1 t/m 4 (blz. 69 en 70) 
  • Werkboek paragraaf 4.3 opdracht 1 t/m 5 (blz. 71 en 72) 
  • Werkboek paragraaf 4.4 opdracht 1 t/m 4 (blz. 73 en 74) 
  • Begrippen paragraaf 4.1 t/m 4.4 (tekstboek blz. 98 en 99) 
  • PowerPoints en aantekeningen
Paragraaf 4.1 t/m 4.4
Woensdag 11 maart- 2e uur

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 - Cultuur en mentaliteit na 1945

Slide 5 - Tekstslide

  1. Je kunt in je eigen woorden het begrip verzuiling uitleggen.
  2. Je kunt de vier zuilen benoemen. 
  3. Je kunt in je eigen woorden het ontstaan van de verzuiling uitleggen.
  4. Je kunt een gevolg van de verzuiling noemen.
  5. Je kunt in je eigen woorden het begrip emancipatie uitleggen.

Paragraaf 6.1 - Een verzuild land

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel deze les
  1. Je kunt in je eigen woorden het begrip verzuiling uitleggen.
  2. Je kunt de vier zuilen benoemen.
  3. Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe de verzuiling is ontstaan.
  4. Je kunt in je eigen woorden het begrip emancipatie uitleggen.
  5. Je kunt een gevolg noemen van de verzuiling. 


Slide 7 - Tekstslide

Verzuiling
Vanaf 1900 ontstaat er in Nederland een verzuilde samenleving.

De Nederlandse bevolking kun je vanaf dan opdelen in vier verschillende groepen of zuilen.

Mensen leven naast elkaar.
Niet met elkaar.

 
Zuilen
We noemen de groepen in de Nederlandse samenleving ook wel zuilen. Net als bij een Griekse tempel staan de zuilen (of groepen) wel naast elkaar maar raken elkaar niet. De groepen hebben onderling ook weinig contact. Maar de zuilen werken wel samen om het dak te dragen, net zoals de groepen het dak 'Nederland' dragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Verzuiling is de maatschappij opdelen in bevolkingsgroepen die zijn georganiseerd op basis van hun politieke overtuiging of geloof.

Slide 9 - Tekstslide

De zuilen
De Nederlandse bevolking kun je opdelen in vier verschillende groepen of zuilen, namelijk:

  1. Protestanten
  2. Katholieken
  3. Socialisten
  4. Liberalen
Liberalen.
Voor liberalen was vrijheid (engels = liberty) belangrijk. Mensen moesten vrij zijn om hun eigen levensomstadigheden te kunnen verbeteren. De overheid moest zich daarom niet zo veel met de bevolking bemoeien, doorvoorbeeld door wetten te maken. 
Socialisten.
Voor de socialisten was gelijkheid belangrijk. Zij wilden de verschillen tussen arm en rijk verkleinen en kwamen op voor de rechten van de arbeiders. 
Katholieken.
Katholieken zijn christenen die de Paus in Rome als hun leider zien. Zij vinden het geloof belangrijk en vinden dat ook in de politiek de christelijke regels gevolgd moeten worden. 
Protestanten
Protestanten zijn christenen die de Bijbel als e belangrijkste bron van hun geloof zien. Zij vinden het geloof belangrijk en vinden dat ook in de politiek de christelijke regels gevolgd moeten worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan 1
Tussen ongeveer 1850 en 1900 werd Nederland geregeerd door liberalen.
Zij bepaalden wat er gebeurde op het gebied van politiek, de sociale kwestie en onderwijs.


De andere groepen (protestanten, katholieken en socialisten) hadden weinig invloed, maar wel kritiek op het beleid van de liberalen. 

Slide 11 - Tekstslide

Ontstaan 2 
Om sterker te staan gaan de protestanten, kahtolieken en socialisten zich organiseren, bijvoorbeeld in poltieke partijen.

Maar... later ook vakbonden, kranten, sportclubs, scholen en bejaardenhuizen.
Elke zuil voor zichzelf. 

Slide 12 - Tekstslide

Emancipatie is het verkrijgen van gelijke rechten en het opheffen van achterstanden.

Slide 13 - Tekstslide

Verzuiling



Dit was vooral bij de confessionelen (protestanten en katholieken). 

Want... liberalen en socialisten zijn goddeloze! En contact met hen zou ervoor zorgen dat je je geloof verliest. Dus niet naar de hemel kan.
Contact met andere zuilen werd ontmoedigd. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De samenleving raakte verdeeld in groepen. Welk begrip past hier het beste bij?
A
Verzuiling
B
Groepering
C
Pacificatie
D
Nationalisme

Slide 16 - Quizvraag

Noem de 4 groepen/zuilen tijdens de verzuiling.

Slide 17 - Open vraag

Welke politieke richting had voor de verzuiling het meeste macht?
A
Socialisten
B
Protestanten
C
Liberalen
D
Katholieken

Slide 18 - Quizvraag

De verzuiling leidde tot:
A
De indeling van de jeugd in meisjes- en jongensgroepen
B
De opdeling van de bevolking in gelovigen en niet-gelovigen
C
Veel onenigheid in het Nederland van na WO II
D
Een samenleving waarin het leven zich vooral binnen een groep afspeelde

Slide 19 - Quizvraag

Tekstboek blz. 126 en 127

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag

Invullen Tempel van de 
Nederlandse Verzuiling


Paragraaf 6.1
Opdracht 2

Tekstboek blz. 126 en 127

Tekstboek blz. 126
Werkboek blz. 104

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Huiswerk

Invullen Tempel van de
Nederlandse Verzuiling

Paragraaf 6.1
Opdracht 1B en 2
Woensdag 4 maart - 2e uur

Slide 23 - Tekstslide